25/03/1630

 
English | Nederlands

25 - 03 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM onderzoeken het ontwerp van een haven van de hand van Jan Hermansz. Pot, aan te leggen in het Kanaal van Texel [Marsdiep]. Het ontwerp wordt niet realiseerbaar geacht.
HHM kennen de suppliant toch 25 gld. toe, waarvan ordonnantie gedepêcheerd zal worden.

2 De begijntjes van het begijnhof te 's- Hertogenbosch verzoeken hun rechten te mogen behouden. De supplianten zullen zich moeten richten tot de magistraat te 's-Hertogenbosch, sinds de resolutie van 21 maart belast met het toezicht en het beheer van het begijnhof.

3 De gedeputeerden inzake de vijf speciën wordt verzocht zich over deze zaak te beraden en deze af te handelen.

4 Schaffer verzoekt in de vergadering enkele gedeputeerden uit hun midden te benoemen om samen met enkele heren uit de RvS overleg te voeren over het conceptreglement betreffende de consenten van de provincies en over het opgestelde advies van de RvS.
De gedeputeerden van Holland verklaren dat hun principalen deze zaak behandelen. Ze kunnen hier dus niet op ingaan.

5 HHM lezen de memorie van Camerarius, ambassadeur van de koning van Zweden. Deze houdt verband met enkele eerdere memories waarop Camerarius van HHM een verklaring verzoekt inzake de vernieuwing van de voorgaande alliantie, alsmede de uitbreiding ervan. Ten tweede vraagt hij op gelijke wijze als andere ambassadeurs van koningen en prinsen, voorzien te worden van logies.
HHM besluiten Schaffer bij deze te verzoeken de moeite te nemen om na te gaan of de last van de ambassadeur zich beperkt tot de oude alliantie, zodat HHM daarmee in hun beslissing rekening kunnen houden. Op het tweede punt wordt geen beslissing genomen.

6 HHM lezen de memorie van kolonel Ferents, waarin om betaling van de beloofde maand gage aan het ingekwartierde volk onder graaf Willem wordt verzocht. Ten tweede wordt HHM verzocht zich uit te spreken hoe lang ze denken het genoemde volk in dienst te houden op de tegenwoordige voet. Men vreest dat dit zich uit wanhoop te buiten zal gaan aan ongeoorloofd gedrag, zonder dat de officieren dit kunnen beletten.
Een besluit wordt opgeschort.

7 Ritmeester Thomas Lucas en de kornet van markies de Rouillac verzoeken om betaling van de achterstallen van de compagnieën onder hun bevel.
De RvS wordt nogmaals verzocht al het mogelijke te doen om de twee compagnieën ruiters elk aan twee maanden gage te helpen.

8 HHM lezen het verzoek van de gouverneur en de officieren over het garnizoen te 's- Hertogenbosch. Dit gaat vergezeld van een brief d.d. 14 maart van de schepenen aldaar, met het verzoek Mardocher Suffrin in deze stad tot ordinaris predikant in de Franse kerk te beroepen.
HHM besluiten conform de eerdere resolutie het advies van de eerstvolgende Waalse synode over het verzoek van Lazare Beijart af te wachten, dat eerder vanwege de supplianten bij HHM is ingediend.

9 Ontvangen is een brief met bijlagen met berichten van de heer van Oosterwyck d.d. Venetië 8 maart.
Er wordt geen besluit genomen.

10 Ontvangen is een brief met berichten van agent Brederode d.d. Bazel 8 maart.
Er wordt geen besluit genomen.

11 De conceptinstructie voor de gedeputeerden die naar Tilburg zullen gaan, gaat eerst naar de RvS om, na met Z.Exc. te hebben overlegd, hierover te adviseren.

12 Gijsbertus Voetius, momenteel geleend predikant te 's-Hertogenbosch, verzoekt om de kerk aldaar van eigen predikanten te mogen voorzien.
Een besluit wordt opgeschort.

13 HHM overleggen waaruit het traktement van 400 gld. per maand kan worden vergoed dat de heer van Brederode als gouverneur van 's-Hertogenbosch op 23 maart is toegekend.
Ze besluiten hierover eerst het advies van de RvS in te winnen.

14 Rantwyck en Eysinga rapporteren dat ze conform de resolutie van HHM, in afwezigheid van de andere gedeputeerden aan ambassadeur De Beaugij het alliantieconcept met de Franse kroon en de bijbehorende secrete artikelen hebben overhandigd. De ambassadeur heeft na verschillende gesprekken aangenomen deze aan de koning op te sturen, met het verzoek hierin volkomen last en autorisatie te ontvangen.
Er wordt geen besluit genomen.

15 Naar aanleiding van het verzoek van Govert Govertsz. Boormaecker te Rotterdam, alsmede het tegenverzoek van Gerridt Roos en consorten, wonend te Leiden, beide verzoeken vergezeld van de bijbehorende stukken, besluiten HHM dat griffier Musch in het geheim advies moet inwinnen bij vijf neutrale rechtsgeleerden op kosten van de partijen. Dit kan als basis dienen voor een beslissing van HHM.

16 Schaffer deelt mee dat HHM op 12 maart per brief de Staten van de verschillende provincies hebben verzocht de vijftig compagnieën op hun repartitie (twee jaren geleden gelicht en nu van tweehonderd tot honderd koppen teruggebracht) op 1 april daadwerkelijk aan te vullen tot tweehonderd koppen.
De gedeputeerden van Gelderland, Holland, Utrecht, Friesland en Groningen ( Overijssel was absent) verklaren dat hun principalen hiermee akkoord gaan. De gedeputeerden van Zeeland laten weten zich ervoor te zullen inspannen ook hun principalen hiermee te laten instemmen.
HHM en de RvS zullen de provincies aanschrijven om de genoemde vijftig compagnieën op de vastgestelde tijd zo snel mogelijk en ieder volgens hun repartitie met geschikt volk te versterken tot tweehonderd koppen, zonder daarbij Fransen, Engelsen of Schotten in te zetten.

17 HHM lezen het verzoek van Pieter Hoeffyser, ontvanger-generaal van de konvooien en licenten te Amsterdam. De door de suppliant ten behoeve van de keurvorst van Brandenburg geleende 248.000 gld. alsmede de achterstallige rente en de rente van de rente met makelaarsloon waarvan de som in totaal 290.903 gld. beloopt (indien juist berekend), zijn vervallen op 28 februari. Omdat Hoeffyser door de desbetreffende crediteurs tot betaling wordt aangespoord, verzoekt hij HHM hem daartoe opdracht te geven en op de betaling en aflossing van dit kapitaal met rente positief te besluiten, opdat het krediet van de suppliant gehandhaafd blijft.
Uit de resterende en lopende contributies van het Land van Gulik [Jülich] en uit de helft van het aandeel van de keurvorst in de verschenen en nog te verschijnen domeinen in Gulik, Berg en Ravensberg, kunnen vooralsnog kapitaal noch rente worden afgelost of betaald. Daarom machtigen HHM ontvanger Hoeffijser om op dezelfde voorwaarden als voorheen het kapitaal met de verlopen renten op het krediet van het land ten laste van de contributies en de domeinen te lenen of de huidige lening alsnog te continueren voor de tijd van zes maanden, met ingang van 1 maart.

18 Ernst Casimir schrijft d.d. Leeuwarden 28 feb. dat men uit medelijden de weduwe van Berka met een jaarlijkse toelage zou moeten helpen.
Gelet op de aanbeveling en de tussenkomst van de graaf krijgt de weduwe 500 gld. eens, waarvan ordonnantie gedepêcheerd zal worden.

19 De gedeputeerden van Holland maken in de vergadering bekend dat de heren van Amsterdam hun principalen de lening van 60.000 rijksdaalder alsmede 50.000 pond hebben opgezegd, op verzoek van de Generaliteit met interpositie van het particulier krediet van de provincie Holland opgenomen en verstrekt aan de graaf van Oost-Friesland en de stad Emden. Zij verzoeken HHM opdracht te geven tot betaling van de genoemde sommen.
HHM verzoeken de Staten van Holland er bij de stad Amsterdam op aan te dringen het genoemde bedrag met rente voor een jaar te continueren. Zij zullen er ondertussen bij de graaf van Oost-Friesland en Emden op aandringen de genoemde som af te dragen. Indien zij dit vanwege de ongunstige omstandigheden niet kunnen, zullen HHM de middelen ter hand nemen waardoor het krediet van deze provincie wordt bevrijd.

20 De weduwen van Cornelis Pietersz. Madder en Claes Jacobsz. Coppendrayer wordt ieder verlenging van hun traktement van 50 gld. jaarlijks toegezegd, telkens op voorwaarde van een schriftelijk bewijs dat ze nog in leven zijn. Dit geldt voor de tijd van drie jaren na het verstrijken van de laatste concessie.