25/03/1630, 17

 
English | Nederlands

25/03/1630, 17

17 HHM lezen het verzoek van Pieter Hoeffyser, ontvanger-generaal van de konvooien en licenten te Amsterdam. De door de suppliant ten behoeve van de keurvorst van Brandenburg geleende 248.000 gld. alsmede de achterstallige rente en de rente van de rente met makelaarsloon waarvan de som in totaal 290.903 gld. beloopt (indien juist berekend), zijn vervallen op 28 februari. Omdat Hoeffyser door de desbetreffende crediteurs tot betaling wordt aangespoord, verzoekt hij HHM hem daartoe opdracht te geven en op de betaling en aflossing van dit kapitaal met rente positief te besluiten, opdat het krediet van de suppliant gehandhaafd blijft.
Uit de resterende en lopende contributies van het Land van Gulik [Jülich] en uit de helft van het aandeel van de keurvorst in de verschenen en nog te verschijnen domeinen in Gulik, Berg en Ravensberg, kunnen vooralsnog kapitaal noch rente worden afgelost of betaald. Daarom machtigen HHM ontvanger Hoeffijser om op dezelfde voorwaarden als voorheen het kapitaal met de verlopen renten op het krediet van het land ten laste van de contributies en de domeinen te lenen of de huidige lening alsnog te continueren voor de tijd van zes maanden, met ingang van 1 maart.