4
Z.Exc. en de
RvS
compareren en
leggen de vergadering vier punten voor. Ten eerste de betaling
van de nieuwe ruiters in het regiment van
Candale en de vier compagnieën van het
regiment van
kolonel
Haulterive die nu vier
maanden
achterstallig
is. Beide kolonels dringen sterk aan op betaling. Voorts zijn ook
de fortificaties van
Steenbergen nog niet
betaald en
voor het uitdiepen van de
IJssel is eveneens geen geld. Ten derde willen
Z.Exc. en de RvS weten of van de vier Engelse regimenten naast
de
soldij tevens de logiesgelden over de periode dat zij niet meer
in
staatse dienst zijn door
Calandrini
betaald zullen worden. Tot slot willen Z.Exc. en de RvS een
aanwijzing tot betaling van de rantsoenen van de kolonels
Disdorp,
Varick,
Rougemont en
anderen, vrijgekomen bij de uitwisseling van gevangenen.
Inzake het eerste punt menen HHM dat voor twee maanden soldij geleend zou kunnen worden op de subsidies van
Frankrijk, maar een besluit wordt nog niet genomen. Wat het tweede punt
aangaat zal de RvS de provincies die nog niet hebben ingestemd
met
hun aandeel in de petitie, aansporen alsnog consent te dragen.
Voor de
wel verkregen consenten waarop ook decharge is verleend, dient de
RvS
de betaling te bewerken. Wat de derde kwestie betreft geven HHM
aan
dat Calandrini zowel soldij als logiesgeld moet betalen. Tot
slot,
voor de betaling van de rantsoenen zal de
ontvanger-generaal zorgdragen.