16/02/1627, 13

 
English | Nederlands

16/02/1627, 13

13 Inzake Oost-Friesland is besloten de graaf de akte van neutraliteit te geven met het dringende verzoek hier de komst van de gedeputeerden van de stenden en de stad Emden af te wachten. Indien de graaf bezwaar maakt, zal Z.Exc. hem met alle middelen trachten over te halen. Over de bezetting van het graafschap zal conform de resoluties van 30 jan. en 3 feb. in beraad getreden worden.
In de akte van neutraliteit1 geven de Staten-Generaal te kennen dat het graafschap Oost-Friesland als een voornaam lid van het Duitse Rijk wordt beschouwd en als zodanig gevrijwaard dient te zijn van overvallen door troepen van weerskanten. Desondanks wordt dagelijks melding gemaakt van dergelijke overvallen. De Staten-Generaal betuigen daarom hun goede affectie voor de welstand van het graafschap door hun soldaten te gelasten nergens in het graafschap, ook niet in Emden of Leerort, enige buit te maken, de vijand te vervolgen of andere overtredingen te begaan. Hierop worden lijfstraffen gesteld. Het graafschap mag hen vervolgen en doden alsof het op heterdaad betrapte struikrovers betreft. De akte zal rechtsgeldig worden zodra de andere zijde een soortgelijke akte verleent. Al het krijgsvolk te voet en te paard, te land en te water alsmede eenieder die in dienst van de Staten-Generaal is, krijgt de opdracht zich hieraan te houden en zich niet in het graafschap te begeven of volk te sturen.

1 De akte is geïnsereerd in S.G. 3186 en gedrukt in: Aitzema, S. & O. kwarto II, 233/folio I, 593.