131
Steventgen
van Daetselaer, weduwe van luitenant
Henrick Piper
van Minden
, ritmeester van de koning van Bohemen,
impetrante bij appèl, doet eis contra
luitenant-kolonel
Hans Willem
van Randwijck, gedaagde, en de RvS.
Arnoult de Vogel, procureur namens
de
impetrante, concludeert bij appèl
dat
het vonnis van de RvS d.d. 21 nov. 1626 nietig dient te
worden verklaard, onder verwijzing naar het vonnis van de
Hoge
Krijgsraad
d.d. 11
mei
1624. Tevens doet
Vogel eis
van
kosten.
Johan de Witte, procureur
namens de gedaagde, concludeert
dat het beroep niet ontvankelijk is en wil dientengevolge
goedkeuring van
het
vonnis van de RvS. Hij doet eveneens eis van kosten. Vogel houdt
vast aan repliek en De Witte aan dupliek.
De partijen moeten binnen één maand de gerechtelijke stukken overhandigen.
18/02/1627, 13
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 52.