16
Kapitein
Alexander van Wevert, drost van Meurs, is ter vergadering ontboden en gevraagd of
de waren die
Jan van der
Linden bij resolutie van 30 april 1626 naar
Meurs mocht
brengen, ook daadwerkelijk zijn aangekomen. Hij heeft geantwoord
dat een grote
hoeveelheid goederen is gearriveerd, maar dat Van der
Linden
eerst naar
Keulen moest varen en daarvandaan
vertrokken is onder het voorwendsel naar
Wezel
te
gaan. Hij weet niet of alle goederen tegelijkertijd zijn
aangekomen.
De
licentmeester te Emmerik wordt gevraagd te berichten of de borg gezuiverd
is.