17
De
heer van Waelwijck mag tegen Bosch' licent voor zijn eigen provisie een
okshoofd wijn,
een
halve bos bokking, vier gezouten kabeljauwen, een ton haring,
honderdvijftig
pond stokvis, een half vat zeep, een ton steur, een ton zalm, een
zak
zout, zes potten boomolie, wat vijgen, rozijnen en krenten, drie
pond
peper, gember, foelie, kaneel, noten en kruidnagel, vijfentwintig
pond
suiker en honderd pond boter naar zijn huis in
Waalwijk brengen. Hij
mag de goederen nergens anders naartoe brengen.