16
De eerste en de andere raden in de
Raad van Brabant
schrijven dat in verband met het overlijden van mr.
Pieter Stas, de hoge leeftijd van
Martini en de
ziekte van de heren
Loon en
Born, de Raad uit niet meer dan
vier functionerende personen bestaat. Volgens hun instructie
moeten zij met
minstens
vijf
personen zijn voor beraad om recht te kunnen doen aan de partijen.
Hoewel zij door het overlijden en conform de inhoud van de
resolutie van HHM d.d. 2 dec. 1619 gekomen zijn op hun oude getal
van
zeven, hebben zij om bovengenoemde redenen drie gekwalificeerde
personen,
rechtsgeleerden en ingeboren Brabanders benoemd: mr.
Fabiaen
van der Vliet, mr.
Augustijn
Baccaert en
mr.
Hanecops. Zij verzoeken HHM
hieruit een
persoon te kiezen en deze van commissie te voorzien opdat de
rechtsgang
niet langer wordt vertraagd.
HHM kiezen Van der Vliet. Omdat het aantal raden voor wie traktement is geordonneerd daarmee boven de zeven komt, moet hij het zolang zonder traktement doen, totdat door overlijden of op andere wijze een plaats in de raad vrijkomt. Die mag dan niet worden aangevuld.