04/01/1628, 8

 
English | Nederlands

04/01/1628, 8

8 Met de ter vergadering verschenen Z.Exc. en de RvS bespreken HHM de gisteren gedane propositie van ambassadeur D'Espesses.
Nadat Z.Exc., de Raad en de verschillende provincies zich hierover hebben uitgesproken, besluiten HHM ondanks de propositie tot het zenden van de legatie naar Frankrijk. In een antwoord op de propositie zullen HHM verklaren dat de legatie bedoeld is om gewichtige redenen van staat te dienen: niet zozeer in het particulier belang van dit land, maar het algemeen belang van de gehele christenheid en dat van Frankrijk en Engeland. De reis zou vanwege enkele incidenten niet geannuleerd mogen worden en men zal Z.M. zoveel voldoening geven als mogelijk is.
Walta verklaart namens Friesland akkoord te gaan met het voorstel van de RvS om de ambassade van tevoren door middel van brieven aangenaam te maken, zodat het land geen belediging hoeft te treffen.
Ook volhardt Walta in zijn voorstel over de terugroeping van Languerack, die ervan wordt beschuldigd tegen zijn formele instructie een schadelijk verdrag voor de Republiek te hebben gesloten. Languerack zal dat in Frankrijk proberen staande te houden bij de koning en anderen, hetgeen tot nadeel van de staat is.