21/03/1628, 1

 
English | Nederlands

21/03/1628, 1

1 HHM lezen twee brieven van de koning van Denemarken d.d. 2 jan. en 24 jan. die credentie geven op de secretaris van zijn kamer, Frederich Gunther. De klerk Verburch heeft Gunther vervolgens uit zijn herberg gehaald en de griffier heeft hem de vergadering binnnengeleid. Na de heilwens en de complimenten van zijn koning te hebben overgebracht, voert Gunther aan dat Z.M. hem naar 's-Gravenhage heeft gestuurd om HHM te informeren over de grote toevoer die vanuit de Republiek naar Jutland plaatsvindt en waartegen zij iets moeten ondernemen. Daarnaast klaagt Gunther over twee kapiteins van oorlog die in Noorwegen twee Franse schepen hebben genomen. Voorts heeft hij vernomen dat Reael op zijn terugreis in handen van de keizerlijken is gevallen. Zijn koning heeft hem dan ook gelast enkele punten voor te leggen die uit de door Reael gevoerde besprekingen zijn voortgekomen. Gunther verzoekt daartoe commissarissen, opdat hij HHM met een lange propositie niet van hun andere belangrijke zaken afhoudt.
Na dankzegging en complimenten vragen HHM de propositie op schrift zodat zij er een nader besluit op kunnen nemen. Gunther zal deze indienen.1

1 De in het Duits gestelde propositie is geïnsereerd in S.G. 3187.