161
Vanwege de afwezigheid van
Noortwyck en thesaurier-generaal
Van
Goch berichten
Bruininx en
Schaffer conform de resoluties van
24
en 29 juli mr.
Govert Brasser
namens
diens broer
Joost Brasser te
hebben
gehoord. Deze heeft hun een originele kwitantie d.d. 6 jan. laten
zien
van
Josias van Vosbergen ten
behoeve van Joost
Brasser ter waarde van 90.000 pond. Dit bedrag was afkomstig van
het subsidie van HHM voor
Z.M. van
Denemarken. Daarnaast heeft Govert Brasser gezegd dat
Vosbergen in ruil voor de generale kwitantie zijn eigen
ontvangstbewijzen
met
een evenredige waarde als het genoemde bedrag had opgevraagd. Ook
heeft
Vosbergen een renversaal van de 18.000 pond opgeëist voor de
door
Brasser nog aan hem te leveren wapens en lonten. Verder heeft mr.
Govert een originele kwitantie van Vosbergen getoond d.d. 6 jan.,
waarbij Joost Brasser 30.000 rijksdaalder werd kwijtgescholden. Dit
bedrag zou Brasser namens de Deense koning betalen in
Constantinopel
[Istanbul]. Daarnaast heeft
mr. Govert de
vertaling
overlegd van een geheim verleende akte en de ondertekening van Z.M.
d.d.
2/12
dec. 1627, waarin Z.M. instemt met de door Vosbergen en Brasser
overeengekomen 30.000 rijksdaalder. Ook heeft mr. Govert een in
Amsterdam gedane schriftelijke aanzegging getoond
namens Vosbergen aan Brasser d.d.
8 augustus. Volgens deze aanzegging heeft Vosbergen
Brasser
verboden wapens of lonten te leveren, noch om kwitanties,
rekeningen
of documenten aangaande de tussen hen overeengekomen zaken aan
iemand
anders te tonen dan aan hemzelf. Dit op straf van nietigheid en
schadevergoeding. Namens zijn broer heeft mr. Govert verklaard
dat
indien Vosbergen afstand zou doen van zijn protestatie en verbod,
Joost
Brasser bereid is de resolutie na te volgen inzake de 90.000 pond.
Secretaris
Gunter
moet
dan wel van zijn kant eveneens deze resolutie op dit punt
navolgen.
Verder heeft Govert Brasser verklaard dat zijn broer, indien deze met een goed koopman uit de Republiek van doen zou hebben, het besluit van HHM over de 30.000 rijksdaalder zou aannemen. Hij is echter bevreesd dit punt aan te nemen zoals het is, waarna hij erover met secretaris Gunter in nieuwe conflicten verzeild raakt. Niettemin is Brasser tevreden dat Gunter een akte van cautie wil opstellen. Als de borg is aangewezen en Brasser deze heeft gezien, dan zal hij er nader op toezien.
HHM nemen geen besluit hierover.
18/08/1628, 16
1
In S.G. 53 ontbreekt een klein gedeelte
van de tekst van deze resolutie door een afgescheurde hoek, zodat is
gebruikgemaakt van S.G. 3187.