15
De afgevaardigden van de
Admiraliteit te Rotterdam
compareren en verklaren dat de heren van
Holland
hun quote hebben betaald in de dikwijls verzochte 100.000 gld. ter financiering van het maandgeld voor de officieren en matrozen op de binnenwateren. Zij vragen of de andere provincies ook hun aandeel hierin willen opbrengen.
De
president antwoordt de afgevaardigden dat alle provincies hun quoten
in
de 100.000 gld. zeggen te hebben opgebracht, behalve
Zeeland
dat dit niet hoeft te
betalen. Het
Admiraliteitscollege zal zich moeten wenden tot ontvanger-generaal
Doublet om van hem het geld te
krijgen.