10
Kapitein
Cornelis van Oijen compareert en bericht bij het achtervolgen van een
Duinkerker langs de kust van
Frankrijk te zijn
vastgelopen, waarna zijn schip door een opkomende storm is
stukgeslagen. Bij eb heeft hij uiterst behoedzaam al het kruit,
lood,
geschut en gereedschap laten bergen. Toen Van Oyen en zijn
bemanning daarmee echter aan land kwamen, hebben de Fransen hen op
het
land
van
Boulogne-sur-Mer mishandeld door hen te slaan,
te
steken en te beroven. Daarbij zijn alle goederen van het land
die de Fransen dragen konden met geweld van hen ontnomen.
HHM schrijven hun ambassadeurs in
Frankrijk om de
koning op de hoogte te
brengen van de slechte behandeling van Van Oyen. De
ambassadeurs moeten voortgaan met het bewerkstelligen van de
teruggave
van geborgen geschut en munitie van de Republiek.