16
De gedeputeerden van de
Heren Zeventien
compareren en melden de volgende personen naar
Engeland te hebben afgevaardigd:
Pieter de
Carpentier, voormalig gouverneur-generaal in Oost-Indië,
Hans de Haze, voormalig raad in
Oost-Indië en directeur [van de handel] op de kusten van
Coromandel,
Jan Marssen Merens,
oud-burgemeester
van Hoorn,
en dr.
Van Heemskerck,
advocaat. Zij verzoeken HHM de volgende punten:
I De aangestelde personen op de beste wijze een vrijgeleide te verlenen namens de
koning van Engeland, waarvan de inhoud
volgt en de vorm nog moet worden vastgesteld.
1
HHM zullen de namen van de voorgestelde afgevaardigden aan hun ambassadeurs in Engeland sturen. Deze moeten de koning verzoeken om conform het daartoe opgestelde concept vrijgeleiden te verlenen.
II Enkele heren af te vaardigen om met hen te bespreken hoe de genoemde deputatie verder zou kunnen worden bespoedigd en wat er noodzakelijkerwijs moet gebeuren.
HHM laten
Essen,
Van der Dusse,
Beaumont,
Ploos,
Veltdriel,
Schaffer en
Joachimi hierover berichten en gelasten hun de
gecommitteerden van de VOC te melden dat de deputatie op kosten van
de
Compagnie moet plaatsvinden.
III Een kopie van het genoemde concept van het vrijgeleide aan agent
Carlaton te geven. De afgevaardigden hebben hem dit immers ter wille
van
HHM toegezegd en de agent heeft beloofd dit zo spoedig mogelijk
naar
Engeland te sturen.
HHM geven de gecommitteerden van de VOC toestemming een kopie van het concept aan Carlaton te geven.
10/11/1628, 16
1
Het concept van het vrijgeleide is geïnsereerd in S.G.
3187.