13
Secretaris
Huigens compareert. Namens de RvS meldt hij dat deze de gisteren
ontvangen brief van de
koning van
Engeland met Z.Exc. heeft besproken. Z.Exc. en de Raad
menen
dat diens verzoek met goede redenen moet worden geweigerd.
HHM zullen agent
Carlaton, die deze zaak ernstig nastreeft, zeggen door de
toestand van het land geen soldaten te kunnen missen. De vijand is
immers
dichtbij, terwijl ook de keizerlijken een groot aantal soldaten in
de
buurt van
Oost-Friesland hebben, die op
een
dag wellicht in dienst van de
Spaanse
koning
worden aangenomen. Verder zijn de compagnieën uiterst zwak, zodat
de regimenten door de vermindering onbruikbaar zouden worden.
Bovendien
zijn 's winters de moerassen en binnenwateren bevroren, waardoor de
toegangswegen bezet moeten worden door soldaten met kennis van de
toestand van het land. Zo niet, dan zou de vijand van die
situatie
kunnen gebruikmaken door een grootscheepse aanval op de Republiek
te
doen.
Aangaande de in de propositie genoemde kwestie
Amboina
[Ambon] kunnen HHM niet antwoorden voordat hun ambassadeurs daarover
met Z.M. en diens raad hebben gesproken.