21/11/1628, 4

 
English | Nederlands

21/11/1628, 4

4 De Generaliteitsrekenkamer bericht d.d. 17 nov. over het onderzoek naar de door de Admiraliteitscolleges ingediende overzichten van hun schulden. Door dit onderzoek en de daaropvolgende verhoren van de raden hebben zij onvoldoende informatie kunnen inwinnen over de geldigheid van de schulden om aan de resolutie van 7 nov. te kunnen voldoen. De Rekenkamer acht het nodig ter opheldering van dit omvangrijke werk meer informatie te krijgen. Daartoe stelt hij HHM voor de ontvangers van de Colleges te gelasten binnen een of uiterlijk twee maanden hun openstaande rekeningen tot en met 1627 in te leveren. Door het afhoren en sluiten van deze rekeningen zou de Rekenkamer de schulden beter kunnen controleren en gelijksoortige posten in chronologische volgorde kunnen ordenen.
HHM laten hun afgevaardigden naar de besognes van de Admiraliteit met de gecommitteerden van de Colleges conform hun resolutie van 7 nov. een verdeling van de schulden over alle provincies maken. Vervolgens kunnen deze worden opgestuurd aan de Staten van de provincies met het verzoek hun quoten in drie termijnen te betalen, conform het in de resolutie vermelde voorstel. In ruil voor betaling moeten hun debiteuren dan wel correcte bewijsstukken indienen. Aan de Rekenkamer moet een kopie van de repartitie worden gestuurd opdat deze kan worden gebruikt bij het horen en sluiten van de rekeningen van de Admiraliteiten. HHM verzoeken de Colleges nogmaals zo spoedig mogelijk hun openstaande rekeningen tot 1627 bij de Rekenkamer in te dienen.
De afgevaardigden van Utrecht verklaren echter niet voor hun lastgevers te kunnen spreken aangaande de voorgestelde betalingstermijnen. Zij laten hen hierover beslissen.
De heren van Friesland verklaren niet te kunnen toestaan dat de repartitie van de genoemde schulden wordt behandeld voordat de vijf Admiraliteitscolleges hun correcte rekeningen bij de Rekenkamer hebben ingediend. Zij sluiten zich aan bij het bericht van de Rekenkamer hierover. De afgevaardigden zullen de kwestie echter zo spoedig mogelijk aan hun lastgevers meedelen opdat zij deze met volledige last verder kunnen behandelen.