2
Raadpensionaris
Duijck legt HHM een aan hem gerichte brief d.d. 8 dec. 1628 van
Oosterwijck voor.
De ambassadeur wil proberen
Venetië
over te halen de beloofde hulp te betalen door
duidelijk te maken dat de
republiek Venetië niet met het achterstallige totaalbedrag
wil
belasten, maar genoegen neemt met een flinke som en
voortzetting
van de betaling in de toekomst. Hij vraagt zich af of HHM met deze
aanpak instemmen.
HHM machtigen Oosterwijck met Venetië te onderhandelen over de voldoening van de achterstallige hulp met dubbele betalingen of in termijnen,
zonder iets van het bedrag kwijt te schelden. In de toekomst moet stipt worden betaald.