12
De
RvS
compareert ter vergadering en laat HHM weten dat verschillende personen bij hem aandringen op betaling voor geleverde diensten te velde in de jaren 1625, 1626 en 1627. Verder vraagt
Jan Jansz. Gernou, brugmeester van de Generaliteit, om de achterstallige
soldij van hem en zijn mensen voor jaren 1627 en 1628. De
provincies
hebben bovendien hun quoten in de 250.000 gld. op de consenten van
de
legerlasten van 1628 nog niet voldaan ter betaling van de
artillerie en de schepen die verleden zomer noordelijker zijn
geweest, al zijn de decharges daarop al uitgegaan. Ten slotte
moeten
de
provincies met achterstallen in de legerlasten van 1627 deze nog
aanzuiveren.
De RvS vraagt HHM om decharges voor nog eens 250.000 pond te laten uitgaan ter voldoening van de 500.000 gld., deels ter betaling van de onbetaalde legerdiensten in 1625, 1626 en 1627, van de fortificaties, de artillerie en de schepen. Bovendien vraagt de RvS de provincies te mogen manen hun achterstallen in de legerlasten van 1627 te voldoen.
HHM machtigen de RvS decharges van nog eens 250.000 gld. te laten uitgaan. De
thesaurier-generaal zal daarnaast een beredeneerde brief sturen aan de
provincies
en ze manen de 500.000 gld. zo snel mogelijk op te
brengen en hun achterstallen in de legerlasten te betalen.