11
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 18 jan. op het rekest van de inwoners van
Oorderen en
Oordam om te mogen vissen op de
Schelde. Het advies verwijst naar een
schriftelijk antwoord
van
de
Gecommitteerde Raden van
Zeeland
, waarin stond dat de vijand onder
het
mom van te vissen, de diepten en ondiepten buiten de rivier en de
daarop
uitmondende
wateren peilt. De vissers keren vaak leger terug dan
toegestaan. Onder de schippers bevinden zich zogenaamd maats of
knapen. In werkelijkheid zijn dat overlopers en andere gevaarlijke
personen. Dit levert gevaar op aan de grenzen van de Republiek. Om
deze
redenen is de RvS van
oordeel
dat er ernstige bezwaren zijn tegen dit verzoek om te mogen
vissen.
President
Noortwyck wordt gelast om over dit verzoek met Z.Exc. te spreken.