12
Noortwyck,
De Rovre en
thesaurier-generaal
Van Goch brengen verslag uit over
het geschil
tussen
die van het
Oude Land aan de ene kant en
die van
Kruisland,
Oud Kromwiel
en
Nieuw Kromwiel aan de andere kant, alle in de
buurt van
Steenbergen gelegen. Het conflict gaat over het
bijdragen aan
de
dijk die daar gelegd is en die alle polders tegen overstroming
beschermt. Door bemiddeling van de gedeputeerden zijn de
betrokken
partijen tot overeenstemming gekomen en hebben zij beslist dat de
dijk
betaald zal worden volgens de repartitie zoals die vastgelegd is in
de
twee octrooien van HHM d.d. 9 juli 1628. De partijen vragen evenwel
dat
zij bij redemptie voor vele jaren de belasting op de ingezaaide
landen en het
zogenaamde hoorngeld, geheven ten oosten van Steenbergen, mogen
ontvangen, zoals dat eerder aan de genoemde stad was
toegestaan.
HHM kennen aan de betrokken polders het recht toe deze imposten ten oosten van Steenbergen te ontvangen voor een periode van zes jaar, tegen betaling van 600 gld. per jaar, met ingang van het aflopen van de aan Steenbergen toegekende redemptie.