13
Overste
Dumeni verzoekt in een memorie de uitbetaling van het restbedrag
van zes
termijnen soldij aan het
garnizoen van
Glückstadt op te dragen aan commissaris
Hoogenhouck. Deze zijn vervallen
voor het vertrek van de
commissaris uit de stad, zoals blijkt uit een meegezonden rekening.
De suppliant vraagt tevens om een oorlogsschip
teneinde
veilig naar Glückstadt te kunnen reizen.
Op het eerste punt besluiten HHM dat Dumeni zich tevreden moet stellen met hun resolutie d.d. 13 feb.,
genomen op zijn aandringen. Men zal hem van een geloofsbrief
voorzien voor de
gouverneur van
Glückstadt
en de commissarissen van de
koning van
Denemarken
aldaar. Er wordt een duplicaat van deze en voorgaande resolutie
gezonden aan commissaris Hoogenhouck. Op het tweede punt zullen HHM
de
Admiraliteit in Friesland
te
Dokkum schrijven overste Dumeni een oorlogsschip ter beschikking
te
stellen.