6
Jacob Claesz. Ketel, officier van de pachters van een kwart van de konvooien en
licenten te Amsterdam heeft het land enige tijd
geleden een grote dienst bewezen
door
ontrouw en malversaties van verschillende cherchers aan
het
licht te brengen. Acht zijn er afgezet, vier
geschorst. Ook heeft Ketel de opbrengst van de konvooien en
licenten bevorderd. Voor dit alles is
hem
slechts 600 gld. toegekend. Daarom verzoekt hij HHM hem te benoemen
tot
chercher. Als tegenprestatie wil hij HHM twee
nieuwe
inkomstenbronnen bekendmaken.
Ketel ontvangt een voorschrijven aan de
Admiraliteit te Amsterdam
voor een benoeming tot chercher in een vacant ambt.
Brunincx en
Schaffer worden
gecommitteerd met de
suppliant te
spreken en HHM te rapporteren over de twee nieuwe middelen. Daarna
zullen HHM hierover beslissen.