31/03/1629, 14

 
English | Nederlands

31/03/1629, 14

14 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 26 maart op het rekest dat op 9 maart door Grijse, hoogbaljuw van het Vrije van Sluis, bij HHM is ingediend. De hoogbaljuw vraagt HHM te verklaren dat zij de nieuwe keur die in 1619 is gemaakt door de aartshertogen als graven van Vlaanderen Albrecht en Isabella niet in acht zullen nemen, maar dat de inwoners van het Vrije van Sluis in deze onderworpen zullen blijven aan de daar geldende oude keuren en gebruiken.
De RvS is van mening dat men op het grondgebied van HHM niet onderworpen is aan de keuren van de aartshertogen, en de oude vrijheden en rechten van Vlaanderen dus gewoon van kracht blijven. Maar de vraag is wel aan wie dergelijke vrijgevallen goederen moeten toevallen: de hoogbaljuw van Het Vrije of aan de officieren van de confiscaties en de annotaties in Vlaanderen. De RvS heeft ook het certificaat bestudeerd dat de hoogbaljuw bij zijn rekest had gevoegd, inhoudend dat enige tijd geleden wijlen Houthain als hoogbaljuw de erfenis van twee sterfhuizen ontvangen had. De RvS adviseert HHM de officieren van de confiscaties in Vlaanderen hierover te horen.
HHM committeren Noortwyck, Beaumont en Ploos om deze zaak verder te resumeren en onderzoeken en er rapport over uit te brengen.