11
Z.Exc. legt de vergadering een missive voor van vice-admiraal
Quast d.d. Vlissingen 31 maart, waarin deze schrijft dat de
schepen
van de
Admiraliteit te
Amsterdam
die de hele
winter in
Vlissingen hebben gelegen, geen
bemanning en mondvoorraad hebben. Hij merkt tevens op dat er in
Zeeland geen schepen zijn die naar de kust van
Vlaanderen gaan. De vice-admiraal heeft
niet
kunnen vernemen of de
Admiraliteit te
Rotterdam
schepen klaarmaakt om de kust
van Vlaanderen te
gaan bewaken.
De vergadering besluit de Admiraliteiten schriftelijk te vermanen dat zij de bevelen aangaande de bescherming op zee stipt moeten opvolgen.