04/04/1629, 13

 
English | Nederlands

04/04/1629, 13

13 HHM lezen het rekest van Govert Govertsz. Boormaecker uit Rotterdam, die een proces voert voor de Admiraliteit te Rotterdam tegen Gerridt Evertsz. Roos en wijnverlater Claes Hermansz. c.s., burgers van Leiden. De suppliant vraagt HHM de Admiraliteit te schrijven dat zij bij het vellen van het oordeel niet moet letten op de interpretatie van HHM d.d. 22 okt. 1627. Daarin werd namelijk gesteld dat de kapiteins die op kaapvaart gaan, voor wie een borg van 10.000 gld. betaald wordt, vijf jaar lang hun buit moeten inbrengen bij de Admiraliteit voor wie zij uitgevaren zijn ten behoeve van het land, in plaats van bij de reders. Tevens moet de vergadering de Admiraliteit erop wijzen dat zij in deze zaak in alle gelijkheid een rechtmatig oordeel moet vellen.
Conform de genoemde resolutie beslissen HHM de Admiraliteit nogmaals aan te schrijven ten principale een vonnis te vellen en haar fiscaal te vermanen dat hij de rechten van het land voor ogen moet houden en verdedigen tegen de genoemde Roos c.s.