31/05/1629, 20

 
English | Nederlands

31/05/1629, 20

201 HHM lezen de vandaag ingediende memorie van de graaf zu Schwarzenberg, gezant van de keurvorst van Brandenburg, waarin hij klaagt dat Johannes Retzer in het vorstendom Kleef van alle geestelijke en wereldlijke inwoners en zelfs van de dienaars en officieren van de keurvorst met kracht van wapenen en arrestaties de contributies int. Een deel dient om een compagnie ruiters te onderhouden die eerder door de heer van Zoppenbroeck aangevoerd werd in dienst van de keurvorst en die zich op dit moment voor 's- Hertogenbosch bevindt. Het andere deel dient om overste Ketteler een aanzienlijk bedrag te betalen, waarvan de gezant zegt dat de keurvorst hem dat niet schuldig is. Verder meldt hij dat overste Gent doorgaat met de militaire executies in de andere gebieden van de keurvorst en dat hij onlangs in het vorstendom Berg over de schreef gegaan is. Hij dreigt dagelijks met nieuwe executies op het hele land. De graaf verzoekt HHM daarom vriendelijk om een gunstige resolutie in deze kwestie.
HHM verzoeken de gezant schriftelijk een middel aan te geven waaruit HHM de 100.000 rijksdaalder met rente kunnen terugkrijgen die zij aan de keurvorst verstrekt hebben en ook hoe de soldaten conform de alliantie tussen de keurvorst en deze staat onderhouden kunnen worden. HHM zullen daarna oordelen. Overste Gent wordt gelast de executies zodanig te matigen, dat daarover niet meer geklaagd wordt. Retzer wordt geschreven hierheen te komen om de rekeningen en bewijsstukken te overleggen van zijn ontvangsten.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 54.