21/06/1629, 13

 
English | Nederlands

21/06/1629, 13

13 HHM horen het rapport van Eck en Van den Brouck, respectievelijk raad en fiscaal van de Admiraliteit te Rotterdam. Ook lezen zij de brief van vice-admiraal Lieffhebber geschreven voor de Maas d.d. 20 juni. Beide berichten melden dat wijlen luitenant-admiraal Heijn drie vijandelijke schepen in het gevecht heeft veroverd, maar daarbij op één van de oorlogsschepen sneuvelde door een stuk grof ijzer, evenals kapitein Blom. Na de dood van Blom hebben veel van diens manschappen niet meer willen gehoorzamen aan de bevelen van de Lieffhebber. Ze zijn met hun onbeschadigde schip binnengelopen. Lieffhebber's schip Het Zee Calff is zwaar beschadigd, maar hij blijft tot nader order op zee. De Groene Draeck is onbeschadigd en is met de vijandelijke gevangenen het Goereese Gat ingevaren om de gevangenen over te dragen aan de Admiraliteit en om de gesneuvelde luitenant-admiraal aan land te brengen.
HHM brengen Z.Exc. op de hoogte van het sneuvelen van Heijn en verzoeken maatregelen te treffen voor het commando over de kustbewaking. De Admiraliteit wordt gevraagd wat geregeld moet worden voor de begrafenis van Heijn, opdat hem en zijn vrienden alle eer wordt bewezen. De Admiraliteit wordt gelast de oproerkraaiers onder de officieren en matrozen van wijlen kapitein Blom te arresteren en gerechtelijk te vervolgen. Het schip moet dadelijk weer uitvaren onder leiding van een bekwaam commandeur, om met de andere onbeschadigde schepen dienst te doen. HHM schrijven vice-admiraal Lieffhebber Het Zee Calff binnen te laten lopen om samen met De Groene Draeck in allerijl te worden hersteld. Hijzelf moet aan boord gaan van een ander schip om te kruisen in zijn district.