22/06/1629, 11

 
English | Nederlands

22/06/1629, 11

11 HHM resumeren en arresteren het antwoord1 op de op 12 juni door Diederich van Falckenberch, hofmaarschalk van de koning van Zweden, ingediende remonstrantie.
De remonstrantie betreft de wervingen voor de koning, de gewenste verzamelplaats aan de grens van de Republiek, alsmede de personen die in verband met het lichten van soldaten hier te lande vastgehouden worden. HHM verklaren dat zij niet kunnen toestaan dat tijdens de ondernomen belegering van 's- Hertogenbosch troepen worden gelicht voor geallieerde vorsten, aangezien zijzelf genoodzaakt zijn tot een extraordinaris lichting van 21.000 ordinaris soldaten en waargelders voor de versterking van het leger dat door ziekte, desertie en overlijden verzwakt is. Deze lichtingen gebeuren overigens niet alleen in de Republiek, maar ook in de omliggende landen en overzee in de aangrenzende koninkrijken. Hierdoor zouden soldaten aangezet worden om over te lopen, waardoor de garnizoenen zouden verzwakken en soldaten zouden deserteren, alle maatregelen om dat tegen te gaan ten spijt. De praktijk heeft dat al aangetoond, al was dit tegen de intentie van de maarschalk en de wil van HHM in.
Wat het tweede punt betreft, stellen HHM dat de betrokkenen krachtens verschillende plakkaten zwaar gestraft kunnen worden, maar uit respect voor de Zweedse koning en vanwege de tussenkomst van de maarschalk zullen zij hiervan zo mogelijk afzien.
HHM vertrouwen erop dat de maarschalk inziet dat zij in de huidige omstandigheden niet tegemoet kunnen komen aan zijn verzoeken, maar zij verzekeren hem dat zij niet zullen nalaten hun oprechte affectie aan de koning te betuigen. Zij hebben dit reeds gedaan door op 19 juni de uitvoer van wapens en oorlogsmunitie ten behoeve van de koning, toegestaan in hun resolutie d.d. 23 mei, vrij van rechten te verklaren, hoewel dergelijke uitvoer eigenlijk ten strengste verboden is of slechts tegen betaling van rechten wordt toegestaan.

1 Geïnsereerd in S.G. 3188. Het antwoord is gedrukt: Aitzema, S. & O. kwarto II, 890/folio I, 891-892.