6
HHM lezen het rekest van
Johan van Woestinghoven, baljuw van Grijsoord, dijkgraaf en schout van de
[polder] Oude Plaat, waarin hij om een beloning vraagt
voor de
trouwe
dienst
die
hij
gedurende veertien en een halve maand bewezen heeft als hofmeester
in
de legatie van
Sommelsdyck en
Vosbergen, voormalig
extraordinaris
ambassadeurs in
Frankrijk. Gelet op hetgeen
Rantwyck opmerkt over de
beloning van de officieren in de
legatie naar
Engeland, besluiten HHM vast te
houden aan het reglement van de beloning van ambtenaren in
legaties.