10
Abraham van Belle, die deel zal uitmaken van het gezantschap van
Eck naar
Moskoviƫ, verzoekt
het
bodeambt dat hij uitoefent voor de zoon van zijn vrouw, eerder
weduwe van ordinaris bode
Cornelis van
Dusseldorp, door
een
ander bekwaam persoon ten behoeve van zijn stiefzoon te laten
uitoefenen.
HHM willigen dit verzoek in.