27/06/1629, 2

 
English | Nederlands

27/06/1629, 2

2 Hertevelt en thesaurier-generaal Van Goch wijzen HHM namens de RvS op de ernst van de remonstrantie van de graaf van Oost-Friesland en de missive van commandant Erentreiter over de wervingen die in Emden voor de koning van Zweden gedaan worden, het overlopen van veel staatse soldaten en de grote gevolgen van de inkwartieringen in de omringende dorpen. Om deze redenen acht de RvS het onverstandig soldaten uit het garnizoen van Emden weg te halen.
HHM schrijven de graaf van Oost-Friesland dat zij niet verantwoordelijk zijn voor de lichtingen en de inkwartieringen aldaar en er zelfs schade van ondervinden omdat vele soldaten in deze moeilijke tijden overlopen. HHM hebben zich voorgenomen zich hierover goed te laten informeren, om niet voor verrassingen te komen staan. HHM zullen daarnaast Erentreiter vragen toe te zien op ongeregeldheden. Tot slot schrijven zij de maarschalk van de Zweedse koning, Valckenburch dat HHM ondervinden dat door de Zweedse officieren uitgevoerde lichtingen, vele soldaten overlopen tot groot nadeel van de Republiek onder deze moeilijke omstandigheden. HHM verzoeken de maarschalk om maatregelen hiertegen, anders zullen zij die zelf nemen.