15
Op aangeven van de griffier van de
Hoge Raad
,
Rosa, rapporteert griffier
Musch
dat de
genoemde Hoge Raad krachtens de missive van HHM d.d. 17 mei, het
proces
tussen de reders van De Gecroonde Leeuw,
eisers, en
Cornelis Witsz.,
hoofdconsul in
Aleppo,
onderzocht heeft. Desgewenst is de Raad bereid hierop in te gaan,
maar
hij acht het raadzaam beide partijen te laten verschijnen voor
enkele
commissarissen om te proberen een schikking te treffen.
De
vergadering wordt gevraagd haar mening in deze kenbaar te
maken omdat de Raad gevraagd is in dit proces te vonnissen. Ook wil
de Raad weten of HHM al geprobeerd hebben de partijen tot
overeenstemming te brengen.
HHM machtigen de Hoge Raad om beide partijen zo mogelijk tot een schikking te brengen. De vergadering verklaart dat zij eerder daartoe geen poging heeft ondernomen.