10
Clant deelt mee dat de
Staten van
Groningen
door kapitein
Polman in
Bremen bericht zijn dat generaal
Tilly deze richting uit komt met
een machtig
leger
van dertig- à veertigduizend man en dertig kanonnen. De veldheer
heeft bovendien
enkele
duizenden horden laten maken waarmee hij de opgedroogde moerassen
kan
oversteken. Gezien de grote moeilijkheden die daaruit
kunnen
ontstaan voor
Groningen, hebben de Staten aan
maarschalk
Falckenberch gevraagd om met zijn
soldaten,
gelicht
voor de
koning van Zweden, korte
tijd in
dienst
van de Republiek te komen, maar Clant weet
vooralsnog niet wat de maarschalk daarop geantwoord heeft.
HHM sturen een kopie van dit bericht aan Z.Exc., met bijgevoegd een uittreksel uit de missive van de Staten
van Groningen aan Clant en een kopie van een particuliere memorie
van
secretaris
Henricius aan dezelfde gedeputeerde
aangaande de
inzet
van de Zweedse soldaten. De vergadering bemoeit zich niet met de
initiatieven van de Groningse Staten, maar vertrouwt erop dat
Z.Exc. in
zijn wijsheid en ijver zal doen wat het beste is voor het
land.