8
Nicolaes Budier, burger en koopman te Calais, schrijft in een rekest dat
hij
Arent Nieuwhuisen had
aangesteld als
schipper
en dat hij hem naar
Setubal had gezonden om een
lading
zout. Op de terugreis werd het schip echter, gezien de oorlog
tussen de
twee kronen, veroverd door Engelsen en in
Engeland
tot rechtmatige buit
verklaard. Hijzelf heeft het daar toen gekocht en laten terugkeren
naar
de rede van
Calais, van waaruit hij het naar
Bergen in
Noorwegen heeft
gestuurd.
Ter hoogte van
Oostende werd het op 4 juli
door
een vijandelijk oorlogsschip aangevallen en, nadat er enkele
soldaten
aan boord waren gegaan, verplicht om naar Oostende te varen. Het
schip
werd daarop zelf door enkele staatse schepen op de Duinkerker
veroverd en in
Zeeland opgebracht, waar men het tot rechtmatige
buit
wil
verklaren. De suppliant vraagt HHM de
Admiraliteit in
Zeeland
op te dragen zich niet in te laten met dit
schip,
noch erop te procederen, maar daarentegen het met de lading zout
vrij
te geven en hem terug te geven.
HHM antwoorden dat de suppliant zich tot het betrokken College moet wenden.