24/07/1629, 17

 
English | Nederlands

24/07/1629, 17

17 1
Noortwijck, Bas en Clant rapporteren dat zij krachtens de resolutie d.d. 21 juli met de graaf zu Schwarzenberg gesproken hebben en hem het voorstel aangaande de betaling van de 100.000 rijksdaalder met rente en het onderhoud van de duizend soldaten en de twee vanen ruiters gedaan hebben. De graaf heeft ermee ingestemd de 100.000 rijksdaalder in termijnen terug te betalen gedurende vijf jaar, ofwel eerder in gelijke delen, telkens met nieuwe rente op het resterende bedrag. Hij zal een obligatie uitschrijven van de keurvorst van Brandenburg op de inkomsten van het Land van Mark, Ravensberg en de gebieden die hem nog toegewezen zullen worden, als waarborg voor de betaling van de hoofdsom en de vervallen rente. De graaf gaat er tevens mee akkoord drie lange maanden duizend soldaten, verdeeld over vier compagnieën van tweehonderdvijftig man, te onderhouden totdat Z.Exc. in 's- Gravenhage teruggekeerd is en de zaak volledig afgehandeld kan worden. De inkomsten uit het Land van Kleef worden in het bijzonder aangewezen voor de betaling van dit onderhoud. De graaf kan niet ingaan op het voorstel betreffende de twee vanen ruiters met haakbussen omdat de instructie van de keurvorst het tegendeel opdraagt. Om de onderhandelingen hierop niet te laten afspringen, biedt hij echter 10.000 of 12.000 gld. aan voor het onderhoud van de ruiters gedurende een gelijke periode, welke ruiters HHM naar eigen goeddunken mogen gebruiken. Om die reden zullen HHM drie herenmaanden lang de executie van de contributies opschorten in het Land van Gulik [Jülich], Kleef, Mark, Ravensberg en andere.
De aanwezige gedeputeerden committeren Noortwijck, Bas en Clant om op het goedvinden van hun principalen met de graaf een akkoord te sluiten op de bovengenoemde condities, mits hij bereid is voor het onderhoud van de ruiters met 16.800 gld. over de brug te komen, wat gelijk is aan de soldij voor drie herenmaanden van twee compagnieën haakbusschutters. De graaf moet hiervoor het ambt Huissen borg stellen, totdat de genoemde obligatie van de keurvorst uitgegeven is. Indien het onderhoud of de betaling van de gevraagde 16.800 gld. gedeeltelijk of volledig ophouden gedurende de gestelde drie maanden, blijven overste Gent, Johannes Retzer en de andere gecommitteerden in de contributies gemachtigd de executies voort te zetten, zonder dat daar enig nieuw overleg met HHM voor nodig is. Uit al deze bepalingen vloeit geen schending voort van het akkoord tussen HHM en de keurvorst uit 1622, noch van de daarop gevolgde verklaring van 1624, noch van het provisioneel akkoord tussen de keurvorst en de hertog van Palts-Neuburg.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 54.