24/07/1629

 
English | Nederlands

24 - 07 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ontvangen is een missive van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. 13 juli, met een bijgevoegd rekest van de ouders, echtgenotes en vrienden van kapitein Claes Symonsz. Suerbier en enkele bemanningsleden. Zij verzochten het College het levensonderhoud van de kapitein en zijn manschappen, die bij de vijand gevangenzitten, te betalen, conform de bepalingen van het traktaat over de uitwisseling van gevangenen d.d. 16 juni. De Admiraliteit vraagt HHM om hun mening.
De vergadering antwoordt voorlopig in te stemmen met de betaling van de proviand van de arme zeelieden, maar niet van de kapitein en de hoofdofficieren.

2 Z.Exc. schrijft vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 22 juli over de bewegingen van de vijand en vraagt de troepen van Morgan en de koning van Zweden naar Zwolle te sturen om waar nodig ingezet te worden.

3 HHM lezen het rekest van Fremin de la Bije, Silvestres Farier, Noel Ambonie, Pierre Guilguard, Guilliaume Pingon en Henrij Garet, Franse zeelieden van op de vijand veroverde schepen, ondersteund door een missive van de Franse ambassadeur De Beaugij, waarin zij om hun vrijlating verzoeken.
HHM kunnen hier vooralsnog niet op ingaan.

4 Op verzoek van Mense Volckerts uit Friesland, verlenen HHM toestemming voor de uitvoer van 36 paarden naar Frankrijk tegen betaling van 's lands rechten. De suppliant dient zich borg te stellen voor de aankomst van de paarden ter plekke en deze binnen zes weken na het vertrek van de paarden te zuiveren.

5 Commissaris Hoogenhouck schrijft d.d. Hamburg 12 juli dat kolonel Dumeni HHM een regiment van drieduizend goedbewapende en geoefende Franse en Schotse soldaten aanbiedt.
HHM besluiten resident Aissma en commissaris Hoogenhouck zowel samen als afzonderlijk te schrijven dat, indien overste Ferents in dienst van de koning van Denemarken blijft of niet beschikbaar is, of indien het krijgsvolk van Dumenij sneller klaar is dan dat van Ferents, zij de soldaten van Ferents mogen afwijzen en met Dumeni onderhandelen over het aannemen van tweeduizend man. Mocht reeds een overeenkomst met Ferents gesloten zijn, dan moeten zij onderzoeken of zij deze kunnen verbreken zonder bijkomende kosten. Voor de onderhandelingen gelden dezelfde voorwaarden als vastgesteld op 17 juli voor overste Ferents.

6 President Tercuijle meldt dat de Admiraliteit te Amsterdam de konvooimeester van Zutphen, en de Admiraliteit in het Noorderkwartier de konvooimeesters van Doesburg, Deventer, Zwolle en Hasselt niet op de hoogte hebben gebracht van de voorlaatste sluiting van levensmiddelen, waaruit misverstanden, moeilijkheden en verwarring ontstaan zijn. De president vraagt maatregelen te nemen opdat de sluiting overal in de Republiek op gelijke voet nageleefd wordt.
HHM besluiten beide Colleges te schrijven dat zij het zeer vreemd vinden dat zij hun kantoren in Gelderland en Overijssel niet op de hoogte hebben gebracht van de sluiting. HHM zullen die nalatigheid goedmaken en de betrokken kantoren verwittigen, maar zij vertrouwen erop dat de Admiraliteiten in het vervolg beter oog zullen hebben voor de belangen van het land.

7 Beaumont vraagt namens de Staten van Zeeland een uitzondering te maken voor wijn en wit zout tijdens de huidige sluiting van de konvooien en licenten, omdat maatregelen genomen kunnen worden die fraude met deze producten tegengaan.
De vergadering antwoordt dat tot en met 8 aug. geen wijzigingen in de sluiting aangebracht kunnen worden.

8 Namens de heer van Chastillon, generaal van de Franse infanterieregimenten, wordt verzocht hem, zoals beloofd, de helft van het loopgeld van de twaalfhonderd door hem geworven Fransen vooruit te betalen, die hij voor half september zou verschaffen volgens de akte van de gedeputeerden te velde d.d. 15 juli.
Ontvanger-generaal Doublet zegt hierop niet te beschikken over voldoende geld, waarop de vergadering besluit deze kwestie uit te stellen totdat er enig geld voor de legerlasten uit de provincies is gekomen.

9 De Admiraliteit te Dokkum verzoekt d.d. Dokkum 8 juli te verklaren dat de sluiting van de licenten op de eetwaren d.d. 7 en 12 juli alleen geldt tot aan en op de Rijn en dat het gebied tussen de Eems en de Rijn daarin niet begrepen is. Tevens vragen zij HHM maatregelen te nemen tegen de afpersingen van de soldaten, gedaan omwille van deze sluiting. In de tweede plaats vraagt de Admiraliteit of mout valt onder het uitvoerverbod op graan d.d. 13 juni.
Op het eerste verzoek antwoordt de vergadering dat daarin al met de resolutie d.d. 19 juli is voorzien. Op het tweede punt stellen HHM dat mout in het verbod is inbegrepen, aangezien het van gerst wordt gemaakt.

10 De burgemeesters en raden van Enkhuizen schrijven d.d. Enkhuizen 20 juli. HHM nemen geen besluit.

11 De Gedeputeerde Staten van Friesland schrijven d.d. Leeuwarden 4 juli dat de Staten van Friesland Reijn Everts, oud-burgemeester van IJlst, hebben genomineerd als opvolger van Willem van Viersen als raad van de Admiraliteit te Dokkum .
De vergadering committeert de gecommitteerde en laat hem de gebruikelijke commissie verlenen, waarop Everts de eed aflegt.

12 De RvS legt de vergadering twee missives van commissaris Snouck voor, respectievelijk d.d. Het Vlie 21 juli en d.d. Enkhuizen 22 juli. De commissaris meldt dat een groot gedeelte van de troepen van Morgan op de rede van Enkhuizen is aangekomen en het overige deel eerdaags wordt verwacht. De soldaten beschikken niet over levensmiddelen of geld om die te kopen. Het grootste deel van de pieken is gebroken of door een brand in hun kamp, kort voor hun vertrek uit Husum, vernield; hun dijstukken zijn eveneens beschadigd. De vier compagnieën van Morgan die eerder in dienst van de koning van Denemarken geweest zijn, hebben helemaal geen uitrusting of hebben er nooit één gehad.
HHM machtigen de RvS de troepen van levensmiddelen en wapens te voorzien. Tevens moet de Raad regelen dat ze zo snel mogelijk naar Kampen gebracht worden. Van alle voedsel, wapens en transporten moet notitie gehouden worden, opdat alle uitgaven later verhaald kunnen worden op de koning van Groot-Brittannië. Deze heeft er immers in toegestemd de soldaten drie maanden lang tijdens het beleg van 's- Hertogenbosch te onderhouden.

13 Resident Carlaton wordt verzocht zijn mondelinge propositie aangaande het onderhoud van en bevel over de troepen van Morgan schriftelijk in te dienen. Carlaton zegt dit toe

14 Ontvanger-generaal Doublet meldt dat de gedeputeerden te velde 5.000 gld. uit de contributies gelicht hebben uit handen van ontvanger Bergaigne.
De ontvanger moet deze 5.000 gld. afhouden van het eerstvolgende geld dat hij zal ontvangen voor de legerlasten. HHM zullen de gedeputeerden hiervan op de hoogte brengen.

15 De RvS legt een missive voor van de gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen d.d. Nijmegen 11 juli, waarin deze de Raad verzoeken de stad eerdaags te voorzien van een aanzienlijke voorraad rogge. Deze moet dienen voor het onderhoud van de soldaten ter verdediging van de Betuwe en aangrenzende kwartieren, die daarheen gezonden zijn door Z.Exc.
HHM nemen geen besluit.

16 HHM lezen het gisteren opgemaakte advies van de RvS op de missive van commandant Westerbeeck en de bijgevoegde stukken aangaande het in beslag nemen van eetwaren van enkele kooplieden, die de Raad op 21 juli voorgelegd zijn. De Raad is van mening dat de verdediging van de kooplieden een stuk scherper is en verder gaat dan de eerste, toen HHM de Raad de stukken bij apostille d.d. 19 juli hadden toegezonden. De brief van HHM die de uitvoer van eetwaren binnen en over de Rijn verbiedt, dateert immers van 7 juli, terwijl de inbeslagname gebeurde op 9 juli. Dit betekent dat noch de kooplieden, noch de licentmeesters, noch de soldaten op de hoogte konden zijn van het verbod. Om deze reden adviseert de RvS de goederen vrij te geven. Men kan echter bezwaar maken tegen de paarden: het gaat weliswaar om trekpaarden, maar in de huidige omstandigheden kan de vijand die goed gebruiken. Men kan dus van mening zijn dat deze dieren tegen het uitdrukkelijk verbod van HHM in uitgevoerd zijn, iets wat zeer tot nadeel van de Republiek navolging zou kunnen krijgen. In deze of een soortgelijke situatie kunnen HHM dat voorkomen door ze tot rechtmatige buit te verklaren.
Daarnaast is het te overwegen of men de licentmeester ongestraft moet laten, in zoverre hij de tamboer overtuigd heeft hem te helpen met het vervoeren van de goederen door een paspoort van Z.Exc. te tonen, hoewel het daar niet voor bedoeld was. Volgens de commandant was dit gedaan om op die manier meer vrijheid tot stand te brengen voor de uitvoer van koopwaar. De licentmeester had zich echter alleen op een paspoort van HHM behoren te funderen.
Conform het eerste lid van het advies besluit de vergadering de goederen en de paarden vrij te geven. Commandant Westerbeeck wordt hierover ernstig aangeschreven. De rest van het advies wordt in beraad gehouden.

17 1
Noortwijck, Bas en Clant rapporteren dat zij krachtens de resolutie d.d. 21 juli met de graaf zu Schwarzenberg gesproken hebben en hem het voorstel aangaande de betaling van de 100.000 rijksdaalder met rente en het onderhoud van de duizend soldaten en de twee vanen ruiters gedaan hebben. De graaf heeft ermee ingestemd de 100.000 rijksdaalder in termijnen terug te betalen gedurende vijf jaar, ofwel eerder in gelijke delen, telkens met nieuwe rente op het resterende bedrag. Hij zal een obligatie uitschrijven van de keurvorst van Brandenburg op de inkomsten van het Land van Mark, Ravensberg en de gebieden die hem nog toegewezen zullen worden, als waarborg voor de betaling van de hoofdsom en de vervallen rente. De graaf gaat er tevens mee akkoord drie lange maanden duizend soldaten, verdeeld over vier compagnieën van tweehonderdvijftig man, te onderhouden totdat Z.Exc. in 's- Gravenhage teruggekeerd is en de zaak volledig afgehandeld kan worden. De inkomsten uit het Land van Kleef worden in het bijzonder aangewezen voor de betaling van dit onderhoud. De graaf kan niet ingaan op het voorstel betreffende de twee vanen ruiters met haakbussen omdat de instructie van de keurvorst het tegendeel opdraagt. Om de onderhandelingen hierop niet te laten afspringen, biedt hij echter 10.000 of 12.000 gld. aan voor het onderhoud van de ruiters gedurende een gelijke periode, welke ruiters HHM naar eigen goeddunken mogen gebruiken. Om die reden zullen HHM drie herenmaanden lang de executie van de contributies opschorten in het Land van Gulik [Jülich], Kleef, Mark, Ravensberg en andere.
De aanwezige gedeputeerden committeren Noortwijck, Bas en Clant om op het goedvinden van hun principalen met de graaf een akkoord te sluiten op de bovengenoemde condities, mits hij bereid is voor het onderhoud van de ruiters met 16.800 gld. over de brug te komen, wat gelijk is aan de soldij voor drie herenmaanden van twee compagnieën haakbusschutters. De graaf moet hiervoor het ambt Huissen borg stellen, totdat de genoemde obligatie van de keurvorst uitgegeven is. Indien het onderhoud of de betaling van de gevraagde 16.800 gld. gedeeltelijk of volledig ophouden gedurende de gestelde drie maanden, blijven overste Gent, Johannes Retzer en de andere gecommitteerden in de contributies gemachtigd de executies voort te zetten, zonder dat daar enig nieuw overleg met HHM voor nodig is. Uit al deze bepalingen vloeit geen schending voort van het akkoord tussen HHM en de keurvorst uit 1622, noch van de daarop gevolgde verklaring van 1624, noch van het provisioneel akkoord tussen de keurvorst en de hertog van Palts-Neuburg.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 54.