11
Ter vergadering deelt
Sommelsdijck mee dat de RvS de aanbieding van overste
Herten om vijfhonderd cavalaristen
in
dienst van het land aan te nemen, heeft afgewezen. Naderhand bood
hij aan
zestienhonderd
of achttienhonderd man in korte tijd hierheen te brengen, in
opdracht
van het land en bij provisie voor drie herenmaanden.
HHM machtigen de RvS om op de voorgestelde voet met Herten te onderhandelen, op voorwaarde dat hij het volk binnen een maand hierheen brengt. Z.Exc. zal over de onderhandelingen met overste
Holck door HHM op de hoogte worden gebracht, met de verklaring dat
om goede redenen van de ruiterij wordt afgezien.