12
De gedeputeerden van de
graaf van Oost-Friesland verzoeken in hun ingediende remonstrantie de met de
gedeputeerden van
Emden gemaakte afspraak uit te
breiden en de magistraat van Emden op te dragen de gevangenen van
de
bewoners van het platteland van
Oost-Friesland
zonder
borg en vrij van kosten vrij te laten. Tevens verzoeken ze de
ambtman
van de graaf van Oost-Friesland die uit de stad is gevoerd, alsmede
zijn rentmeester die onlangs uit de stad is verbannen, weer hun
ambt te
laten uitoefenen. Ook vragen ze de protocollen en andere brieven
die
uit het huis en het raadhuis zijn gehaald, terug te geven en te
verbieden dat de ambtman en de rentmeester gemolesteerd worden om
geld
op te brengen. Tevens verzoeken ze teruggave van de geplunderde
goederen van
Schoonorth,
Wirdumer Neuland
en
Aland en van de
van
de graaf ontvangen huren. Tenslotte vragen ze de magistraat van
Emden
te gelasten zich van verder geweld te onthouden.
HHM besluiten te volharden in de met Emden gemaakte afspraak. Niettemin zullen de gedeputeerden van Emden aangeschreven worden zich te onthouden van het plegen van nieuwe gewelddadigheden totdat overeenkomstig de gemaakte afspraak en de daarin genoemde verdragen een besluit is genomen over wederzijdse klachten.