29 - 11 - 1629
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Gelezen is de remonstrantie van de volmachten van het kerspel
Blijham, ondersteund door een brief van de burgemeesters en raad van
de
stad
Groningen d.d. Groningen 22 oktober. Ze
verzoeken
om
vergoeding van de door de vijand in 1624 toegebrachte schade
ondanks de
vrijgeleide van
Isabella of om
toestemming tot
het
nemen van represailles op de vijand, overeenkomstig wat het
graafschap
Zutphen en de andere gebieden die ook
onder vrijgeleide staan, is toegezegd in verband met de inval op de
Veluwe.
HHM geven de remonstrantie aan de RvS voor advies.
2
De gedeputeerden van
Overijssel hebben HHM op de hoogte gebracht van twee brieven van de
burgemeesters, schepenen en raad van
Deventer,
d.d. 16
en 17 nov. o.s. In de eerste brief staat dat zij ter voorkoming van
wanorde bij het garnizoen in Deventer de Engelse officieren 500
Kar.gld. hebben verstrekt. De tweede brief gaat over het feit dat
zij
om dezelfde reden de kapiteins
Haes en
Bocxtart, vallend onder het
regiment van
Roosecrantz, elk 300 gld. hebben
voorgeschoten.
De
gedeputeerden van Overijssel verzoeken HHM deze 1.100 gld. te
betalen.
HHM besluiten de RvS te machtigen de magistraat van Deventer uit het voorhanden zijnde geld 1.100 gld. terug te betalen en bovendien nog 3.350 gld. te geven die de magistraat van Deventer eerder aan bovengenoemde officieren en andere kapiteins van het garnizoen had verstrekt om dezelfde reden. De RvS moet ervoor zorgen dat wanorde als gevolg van wanbetaling van de garnizoenen te Deventer,
Zutphen en in alle andere grenssteden voorkomen wordt.
3
Ontvangen is een brief met berichten van vice-admiraal
Quast d.d. Duins [Downs] 26 nov. aan boord van
Den Hollantschen Thuyn, waarop geen
besluit
is
genomen.
4
HHM stellen een besluit uit over het verzoek van
Wynant de Keyser om zijn ordonnantie door de
huidige
ontvanger-generaal in plaats van door de
voormalige
ontvanger-generaal te laten betalen.
5
Gelezen is een brief van
Merquette d.d. Brussel 21 nov. aan
Gerrardt van
Berckel, oud-burgemeester van Rotterdam, over de
wapenstilstand.
HHM besluiten de brief te laten rusten totdat Berckel antwoord heeft gekregen op zijn brief d.d. 16 nov. die met medeweten van HHM aan Merquette is geschreven.
6
Ontvangen is een brief met bijlagen met berichten van
Oosterwyck d.d. Venetië 9 nov. waarop geen besluit is genomen.
7
Beaumont brengt HHM op de hoogte van een hem door agent
Carlaton overhandigde memorie. De
RvS heeft het
verzoek afgewezen van ambassadeur
Vane en
Carlaton
om de soldij te betalen van de officieren van het uit
Denemarken gekomen regiment van kolonel
Morgan voor de door hen in de
Republiek gedane
dienst, zoals HHM de
koning van
Groot-Brittannië
beloofd hadden. Carlaton herinnert HHM eraan dat de betaling van de
soldij van invloed is op het succes van het contract dat
Burlemachi met HHM zou sluiten
betreffende de
levering van het Engelse geschut. HHM hebben dit contract
afgewezen.
Als bewijs wordt een kopie ingeleverd van het door ambassadeur
Joachimi namens HHM
aan de Engelse koning gedane voorstel om subsidie voor het genoemde
krijgsvolk, alsmede een kopie van het door deze koning gegeven
antwoord.
HHM besluiten de stukken betreffende deze zaak op te zoeken, erbij te voegen en aan de RvS te geven voor advies.
8
Beaumont meldt dat de graaf van
Buccleugh HHM
verzoekt hem te voorzien van de commissie als kolonel van een
regiment
Schotten, zoals hem volgens een eerdere resolutie van HHM is
verleend,
en hem toe te laten om de eed af te leggen. Ten tweede verzoekt hij
zijn gage en traktement te laten beginnen op de sterfdag van de in
's-
Gravenhage overleden kolonel
Fransois
Hendersen omdat hem bij akte van HHM het eerste Schotse
regiment dat vrijkwam was toegezegd.
HHM besluiten de graaf de commissie te verlenen, waarop hij de eed moet afleggen. Zijn gage en traktement als kolonel vangen aan op de datum van de akte waarop hem het kolonelschap door Z.Exc. is verleend.
9
Huijgens compareert en bericht namens de RvS dat ontvanger
Hamel de RvS heeft gemeld dat hij
de redemptie
op de
consumptiemiddelen niet van de schoutambten van
Oisterwijk,
Peelland,
Maasland en
Kempenland kan
verkrijgen
zolang de schouten van deze ambten de eed niet hebben afgelegd bij
HHM.
De betaling van het voor deze redemptie beloofde geld is namelijk
door de
koning
van Spanje bij plakkaat d.d. 29 okt. aan alle
onderdanen van de genoemde vier kwartieren verboden.
HHM machtigen de RvS alle schouten van deze kwartieren de eed te laten afleggen en met alle mogelijke middelen door te gaan met het innen van het voor de redemptie van de consumptiemiddelen beloofde geld.
10
Geresumeerd is het op 24 nov. ontvangen advies van de RvS over de zaak van kapitein
Erentruter.
HHM besluiten, om het land te ontlasten van de Erentruter gedane belofte, hem een compagnie van honderdvijftig man te geven. Deze compagnie moet op last van de RvS geformeerd worden uit de vijf compagnieën van tweehonderdvijftig man elk die in
Emden in garnizoen gelegen hebben en die met dertig man per
compagnie verminderd moeten worden. Om te voorkomen dat het land
met nieuwe lasten
bezwaard
wordt, moet de gage van Erentruiter en zijn
officieren gehaald worden uit de vijf compagnieën en uit zijn
eigen compagnie.
11
Vosbergen stelt HHM een brief ter hand van de vijf jonge
prinsessen van Portugal2. Na veel
moeite
zijn
ze
van
Genève via
Frankrijk over zee
naar
Oosterwijk bij
Gorinchem
aangekomen. Ze bedanken HHM voor
hun vaderlijke zorg en verzoeken daarmee door te gaan.
HHM bedanken Vosbergen.
12
De gedeputeerden van de
graaf van Oost-Friesland verzoeken in hun ingediende remonstrantie de met de
gedeputeerden van
Emden gemaakte afspraak uit te
breiden en de magistraat van Emden op te dragen de gevangenen van
de
bewoners van het platteland van
Oost-Friesland
zonder
borg en vrij van kosten vrij te laten. Tevens verzoeken ze de
ambtman
van de graaf van Oost-Friesland die uit de stad is gevoerd, alsmede
zijn rentmeester die onlangs uit de stad is verbannen, weer hun
ambt te
laten uitoefenen. Ook vragen ze de protocollen en andere brieven
die
uit het huis en het raadhuis zijn gehaald, terug te geven en te
verbieden dat de ambtman en de rentmeester gemolesteerd worden om
geld
op te brengen. Tevens verzoeken ze teruggave van de geplunderde
goederen van
Schoonorth,
Wirdumer Neuland
en
Aland en van de
van
de graaf ontvangen huren. Tenslotte vragen ze de magistraat van
Emden
te gelasten zich van verder geweld te onthouden.
HHM besluiten te volharden in de met Emden gemaakte afspraak. Niettemin zullen de gedeputeerden van Emden aangeschreven worden zich te onthouden van het plegen van nieuwe gewelddadigheden totdat overeenkomstig de gemaakte afspraak en de daarin genoemde verdragen een besluit is genomen over wederzijdse klachten.
13
De gedeputeerden van de
graaf van Oost-Friesland verzoeken in hun ingediende memorie enige gecommitteerden te
mogen spreken over het nieuwe fort dat in 1628 door de provincie
Groningen gebouwd is te
Bunderneuland, nu
Langakkerschans
[Nieuweschans]
genoemd.
HHM machtigen de RvS om hierover te adviseren na verhoor van de genoemde gedeputeerden tegenover de heren van Groningen over en weer.
14
Op het verzoek van
Isaack Adius stemmen HHM ermee in dat de op 27 nov. goedgekeurde brief
aan de
Admiraliteit te Dokkum
uitgebreid
zal
worden met de volgende clausule, namelijk dat secretaris
Aitsma de vergadering verlaat als
de zaak van de
suppliant behandeld wordt, indien de Admiraliteit hiermee
instemt.
15
Geresumeerd is het verzoek van de kinderen en erfgenamen van de overleden raad van Brabant,
Suerius.
HHM gelasten ontvanger
Hendrick de Bergagne de supplianten het halve jaar waarin hun vader gestorven is
te betalen en bovendien nog een half jaar traktement omdat anderen
dit
ook hebben gekregen.
16
Geresumeerd is wat
Noortwyck op 24 en 27 nov. HHM heeft gemeld en de daarop door
ambassadeur
De Beaugij verzochte
nadere
verklaring.
HHM machtigen Noortwyck tegen De Beaugij te zeggen dat als de
koning van Frankrijk zijn ambassadeur instructies geeft betreffende een inval in
het land van
Artois of
Henegouwen
met
dertigduizend infanteristen en acht- à tienduizend ruiters, HHM
daarop
zullen reageren als trouwe bondgenoten.
17
Simonides a Middelgeest, fiscaal van de Raad van Brabant, is opgeroepen en gelast om
staande de vergadering de minuut van de deductie in te leveren die
hij
op 23 nov. aan HHM heeft overhandigd. Hij belooft dit te doen, maar
verklaart na zijn terugkeer dat hij de minuut niet kan vinden. Bij
het
op papier zetten van de deductie heeft hij een eerdere bij HHM
ingediende deductie gevolgd over het ambt van
Gysbert
Dimmer als drost van Steenbergen. Hij heeft de deductie
alleen gecorrigeerd en aangevuld volgens een aan de klerk van de
griffier van de
Raad van Brabant
gegeven
geschrift.
Voordat hij de deductie heeft ingediend, heeft hij deze aan de Raad
van
Brabant meegedeeld. Toen volgens de
griffier
van de Raad van
Brabant de
zaak was afgehandeld, heeft hij de minuut van de deductie ter
grootte
van vijf à zes door de fiscaal geschreven bladeren, verbrand.
HHM besluiten Middelgeest opnieuw te ontbieden en hem een reprimande te geven. Ook zullen HHM de artikelen en punten veranderen die met te weinig eerbied voor HHM in de deductie zijn gesteld.
18
HHM verkiezen
Henderick de Bergaigne, ritmeester van een compagnie ruiters en haakbusschutters,
tot hoog- en laagschout van 's-Hertogenbosch en de Meierij van
's-Hertogenbosch. Ze gelasten dat hem commissie zal worden
verleend,
waarop hij de eed moet afleggen. Het ontvangerschap dat Bergagne
uitoefent, blijft vacant en hij moet zich hiervan ontheffen.