08/03/1630, 16

 
English | Nederlands

08/03/1630, 16

16 Eck, gecommitteerde raad ter Admiraliteit te Rotterdam , verschijnt ter vergadering namens de provincie Utrecht. Hij rapporteert HHM zich met zijn College conform de resolutie van HHM d.d. 30 jan. te hebben vervoegd in Utrecht om aldaar 18.255 pond te ontvangen, als rest van 39.660 pond die de provincie schuldig is gebleven over haar consenten te water over de jaren 1622 tot en met 1627, alsmede 13.510 pond die deze provincie het College schuldig is over haar quote in het tweede miljoen waarin is toegestemd ter ondersteuning van de oorlog te water voor het jaar 1629. De gedeputeerden van de Staten van Utrecht hebben zich aangaande deze betaling geëxcuseerd in verband met de zware intocht van de vijand in de provincie. Zij voeren het betalingsverzoek niettemin op onder de agendapunten voor de aanstaande Landdag en zullen dit verzoek ondersteunen. Eck rapporteert verder met collega Rhemen naar de gedeputeerden van het Kwartier Nijmegen te zijn gegaan, waar hij heeft verzocht om betaling van 19.992 pond 7 st. over het contingent van dit Kwartier in het genoemde tweede miljoen. Zij hebben geantwoord de som niet in baar geld te kunnen voldoen, maar deze aan de Generaliteit door middel van een afrekening te zullen verantwoorden, zoals eerder is gebeurd.
Ook heeft Eck zich vervoegd bij de gedeputeerden van het graafschap Zutphen , alwaar hij om betaling heeft verzocht van 3.751 pond 6 st. als rest van een groter bedrag van het contingent van het graafschap in het tweede miljoen, alsmede van hetgene aan het eerste miljoen nog resteert. Zij hebben zich geëxcuseerd van betaling in verband met de verwoesting van het omringende platteland door eerdere doortochten en inlegeringen, met name die van verleden jaar.
Verder heeft Eck zich vervoegd bij de gedeputeerden van het Kwartier Veluwe en aldaar aangedrongen op betaling van 12.872 pond 9 st. als rest van een groter bedrag over hun contingent in het tweede miljoen. Zij hebben zich geëxcuseerd van betaling omdat zij al een gelijke som en meer hebben betaald aan de schipbruggen die over de IJssel zijn gelegd, alsmede boven Arnhem en rondom Wageningen. Tenslotte heeft Eck zich met zijn collega begeven naar Zwolle en aldaar hoop gekregen op betaling van 22.959 pond 2 st. 8 d. over de quote van de provincie Overijssel in het tweede miljoen.
HHM besluiten opdracht te geven aan de provincie Utrecht, de provincie Overijssel en het graafschap Zutphen, alsmede aan het Kwartier Nijmegen en de Veluwe om in baar geld te betalen wat zij de Admiraliteit nog schuldig zijn. De consenten te water mogen niet met die te land worden gemengd. Wat zij al betaald hebben mogen zij verrekenen met de staat van suppletie, voorzover de lasten van het verleden jaar de gedane petities te boven zijn gegaan.