19
In de vergadering wordt secretaris
Huygens gehoord. Hij heeft aan HHM een brief overhandigd van de RvS
betreffende de toestemming van de
Staten van
Utrecht
aan mr.
Willem van
Dam en
Peter de Goyer om in deze
provincie te
verblijven. Dit is in strijd met het vonnis van de RvS dat op 5
okt.
1629 in hun beider nadeel is gewezen.
HHM besluiten de Staten van Utrecht een kopie van de genoemde brief te sturen. Zij zullen schrijven met verwondering te hebben kennisgenomen dat de Staten ondanks de aanmaning van HHM, toestemming hebben verleend. De Staten van Utrecht wordt verzocht de toestemming in te trekken, in verband met de verstrekkende consequenties.