06/04/1630, 22

 
English | Nederlands

06/04/1630, 22

22 Daarna is Amama ter vergadering gecompareerd. Hij geeft HHM te kennen dat hij weet dat de gedeputeerden van Emden van plan zijn te vertrekken zonder te antwoorden op de in nov. 1629 bij HHM ingediende klachten van de graaf van Oost-Friesland. Hierbij wordt nog gevoegd hetgeen de ambtman, kanselier Wiarda en een schipper die Amama hierheen had vervoerd was overkomen. Amama verzoekt HHM uit kracht van de onderlinge traktaten tussen de graaf en de stad op de genoemde klachten te beschikken. Hij zal zich hieraan uit naam van zijn heer, onderwerpen.
Er wordt geen resolutie genomen.