3
Andries Pietersz., schipper uit Stavoren in Friesland, laat weten dat de
vijand in 1627 zijn schip genaamd Het
Postpaert heeft afgenomen in de haven van
Vlaanderen,
het
heeft opgebracht en aldaar heeft verkocht aan ene
Henrick
Lenaertsz. van Hamburg. De oorlogsschepen van deze landen
hebben Het Postpaert in 1629 op zee aangevallen en het aan de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
opgezonden.
Andries Pietersz. verzoekt hem het schip voorlopig onder
borgstelling terug te geven, opdat het door onbruik niet zal
vergaan.
HHM zullen de Admiraliteit schrijven dat indien het relaas van de suppliant met de waarheid overeenstemt, het schip moet worden getaxeerd door terzakekundigen. Vervolgens moet de suppliant de kapitein en de matrozen die het schip hebben opgezonden, betalen waarop zij recht hebben. Daarna moet de Admiraliteit de suppliant het schip meegeven onder borgstelling van de waarde (bovenop hetgeen aan de kapitein en matrozen is betaald) ten profijte van degenen die hierop recht hebben.