6
De gedeputeerden van HHM
Essen en
Van der Dusse zijn
enkele dagen
geleden teruggekeerd. Zij rapporteren het antwoord van de
Staten van Friesland
op hun
propositie en hun herhaalde aandringen om betaling van de oude
schulden aan de
Admiraliteit
over de jaren
1622
tot
en met
1627, de aanzuivering van de consenten te water, alsmede de
betaling van
de 500.000 pond in plaats van legerlasten waarom voor het jaar 1628
is
verzocht. De Staten van Friesland zullen hun quote in de 25.000
pond
aan oude schulden betalen. Zij verbinden daaraan de
voorwaarde dat de secrete en andere zaken in kwestie op alle
punten worden uitgevoerd. Verder willen ze dat de verschillende
provincies hun quoten erkennen en dat de quote van Friesland
opnieuw wordt vastgesteld op het door de Unie van Utrecht in 1579
beraamde niveau. Daarnaast dient de Staten van Friesland een
perfecte staat
van de genoemde schulden te worden geleverd met daarin uitgedrukt
de omvang en de aard van de schulden en moet de Staten van
Friesland worden vrijgelaten om met de
crediteurs die op de provincies worden aangewezen,
betalingsovereenkomsten te sluiten.
De gedeputeerden worden door HHM voor hun werk bedankt. HHM verklaren met leedwezen het antwoord van de Staten van Friesland te hebben vernomen. Naar aanleiding hiervan zal Z.Exc. door
Rutenburch worden verzocht om uit de andere zes provincies enkele
gedeputeerden op te roepen om vast te stellen hoe het landsbelang
op
dit punt kan worden gediend. Ondertussen zal aan de Staten van
Friesland een met redenen omklede brief geschreven worden om hen
alsnog
met de propositie te laten instemmen. De gedeputeerden van
Holland worden gemaand hun
principalen
te raadplegen die
het grootste belang hebben in de
Admiraliteit. De gedeputeerden van Holland verklaren
problemen die
onvermijdelijk over de zaak te lande zullen ontstaan, te willen
voorkomen. Hun
principalen zullen zich
genoodzaakt zien
hun
consenten te water te verdelen ter betaling van die te lande.
Hiervoor is herhaaldelijk gewaarschuwd.