16 - 08 - 1629
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Staten van Utrecht
delen mee besloten te hebben de eed van trouw opnieuw af te leggen en te laten afleggen door het hof, de magistraat, de kapiteins, bevelhebbers en alle burgers en ingezetenen van de stad
Utrecht. Desgewenst kunnen HHM daarbij aanwezig zijn.
HHM verklaren de hernieuwing van de eed gezien de omstandigheden nutteloos te vinden en ze verzoeken de Staten van Utrecht hiervan af te zien. De Staten van Utrecht hebben laten weten dit niet te kunnen aannemen, maar ze zullen geen actie ondernemen.
2
President
Noortwijck stelt voor de hopmannen van de burgerij in
Utrecht
ter vergadering van HHM te ontbieden om ze aan te moedigen en mee
te delen dat HHM hierheen zijn gekomen om de situatie in
ogenschouw
te
nemen en maatregelen te treffen ten aanzien van lijf en goed, ter
behoud van de staat van deze landen. HHM verzoeken de hopmannen hun
motieven aan de burgers over te brengen.
Na het aanhoren van het oordeel van de
RvS
besluiten HHM de hopmannen en andere ambtenaren te ontbieden met bovenstaand doel. De gedeputeerden van de provincie Utrecht zullen de officieren uitnodigen ter vergadering van HHM om
twee uur 's middags. Alleen de kapiteins zijn gekomen. Hun is de
resolutie aangezegd.
3
De gedeputeerden van de provincie
Utrecht wordt verzocht de
Staten van hun
provincie
in overweging te geven op te treden tegen
het
vluchten uit de stad. Ze moeten de personen uit eigen gelederen
alsmede de leden van
de vroedschap van Utrecht en van de belangrijkste staats- en
rechtcolleges trachten te overreden weer naar Utrecht terug te
keren met de goederen die zij hebben
meegenomen op
hun vlucht.
4
Gerestein laat weten dat een liefhebber van het vaderland binnen
enkele dagen vier- à vijfhonderd soldaten met vuurroers op
de been
wil
brengen.
Deze persoon moet zich tot de RvS wenden.
5
HHM alsmede de
RvS
hebben zich op herhaald verzoek van de gedeputeerden van
Utrecht, in Utrecht vervoegd. President
Noortwijck vraagt of de
gedeputeerden
hen soms ergens
van in kennis wilden stellen. Ze wilden slechts de huidige
nood
onder de aandacht
brengen, waarvan HHM volgens hen onvoldoende op de hoogte
was.
6
Ontvangen is een brief van de gedeputeerden te
Arnhem d.d. Arnhem 15 augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.
7
Ontvangen is een brief van
Z.Exc., geschreven vanuit het leger voor
's-Hertogenbosch op 14 aug. met een antwoord op de
brief van HHM van 11 aug.
betreffende het garnizoen te
Utrecht, alsmede het
garnizoen te
Zutphen.
Er wordt geen resolutie genomen.
8
De gearriveerde
Rantwyck en
Baersdorp, gedeputeerden
te
Arnhem, dringen erop aan
uit
het garnizoen in deze stad twee of drie compagnieën te lichten
ter bezetting van de
Betuwe vanaf
Wijk bij Duurstede tot aan de
Vaartse Rijn.
Daartegen wordt
ingebracht dat gisteren uit
deze
stad
twee compagnieën naar Wijk bij Duurstede en twee
compagnieën naar
Naarden zijn vertrokken en
nog eens driehonderd man ter bezetting van de posten langs de
Vecht. Vanavond zullen ter versterking daarvan
nog zes- à zevenhonderd man worden gestuurd. De verwarring
onder
de
burgers in
deze stad is echter zo groot dat men ze nauwelijks onder gezag kan
houden.
Het verzoek van de gedeputeerden wordt afgewezen. Stadhouder graaf
Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden van HHM te Arnhem worden gemaand
indien mogelijk wat volk naar de Betuwe tussen Wijk bij Duurstede
en
de Vaartse Rijn te sturen, om de passage aldaar niet in gevaar te
laten
komen. Ook zal worden geschreven aan kolonel
Hauterives die met veertien
compagnieën in de
Betuwe
nabij Wijk bij Duurstede is gelegerd, om nauwlettend op de passage
over de
Lek
tussen
Wijk bij Duurstede en
Vreeswijk toe te zien.
9
Daartoe verzocht neemt de
graaf van Culemborg het op zich om binnen de grenzen van zijn jurisdictie de
boeren van zijn graafschap ter verdediging van de
Betuwe tussen
Wijk bij Duurstede
en
de
Vaartse
Rijn onder
de wapenen
te brengen.
10
HHM zullen stadhouder graaf
Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden van HHM te
Arnhem
schrijven zo spoedig mogelijk een nauwkeurige lijst op te sturen
van
alle compagnieën in garnizoen in de IJsselsteden, alsmede van de
in
de
Betuwe
ingekwartierde troepen infanterie en cavalerie. Ze moeten opdracht
geven de
grienden beneden
Wijk bij Duurstede tot aan
de
Vaartse Rijn van begroeiing te
ontdoen.
11
HHM hebben het bericht ontvangen dat de vijand twee turfponten op de
IJssel heeft bemachtigd. Te vrezen valt dat de vijand hiermee iets
wil ondernemen. Bovendien zou
Montecuculi pogen de
Vecht te
passeren.
HHM verzoeken
Willem van Warmont, oud-burgemeester van Leiden, er bij de
Admiraliteit te Amsterdam
op aan
te
dringen
enkele schepen naar de IJssel te sturen om de turfponten te
vernietigen. Ook dienen zij bij de magistraten aldaar te bevorderen
in
allerijl zestien fregatten in gereedheid te laten brengen ter
beveiliging van de Vecht.
12
Door en namens de
heer van Brederode wordt een lijst van benodigdheden getoond ter ondersteuning
van de retranchementen aan de
Vecht en de
defensie
ervan.
Deze lijst wordt voor onderzoek en een beslissing ter hand gesteld aan de RvS.
13
De vijand heeft zich met een troepenmacht naar
Hattem begeven om deze stad te overmeesteren. HHM vrezen ook voor
het lot van de zwakke garnizoensstad
Kampen.
HHM zullen het stadsbestuur van
Amsterdam verzoeken de binnen zijn stad gelichte compagnie naar
Kampen te zenden, en deze van tijd tot tijd te
versterken met zoveel koppen als maar enigszins mogelijk is,
voorzien
van wapens, oorlogsmunitie en levensmiddelen.
14
HHM besluiten het stadsbestuur van
Amsterdam evenals de provincies en leden toe te kennen waarop zij
vanwege de Generaliteit recht hebben, voor hetgene zij - al of niet
daartoe verzocht - ten tijde
van
de plotselinge en onverwachte komst van de vijand op de
Veluwe hebben
verstrekt
aan steden, forten of plaatsen of dat nog zullen doen tot behoud
van
deze staat en in het algemeen belang.
15
Ontvangen is een brief van
Oetges, geschreven aan de Hinderdam d.d. 15 aug., betreffende de
situatie op de
Vecht, het
opnemen van de bruggen en de doorvaart van de schuiten en schepen
aan
de
Hinderdam, alsmede de nieuw gemaakte
brug.
HHM horen het advies van de
RvS
. Zij committeren en machtigen commissaris
Croesen om alle schepen gelegen tussen
Utrecht en
de nieuwe sluis, te doen verplaatsen en deze de sluis te laten
passeren.
De
schepen die te hoog zijn om de sluis te passeren mag hij naar
Utrecht
dirigeren. Van nu af aan geldt een vaarverbod voor schepen en
vaartuigen tussen de sluis en de Hinderdam, met uitzondering van
schepen in
feitelijke dienst van het land. Ook worden burgemeester
Buttercooper en de commissaris
gemachtigd alle houten bruggen over de Vecht te laten
vernietigen
door timmerlieden van de stad. Dit moet naar het oordeel van HHM zo
spoedig mogelijk gebeuren. De
heer van
Brederode
krijgt de opdracht de burgemeester en commissaris te
assisteren met zestig goedbewapende soldaten. Verder wordt
goedgevonden ter bewapening van het retranchement langs de Vecht
zevenhonderd soldaten uit te zenden, bovenop de driehonderd die
reeds
zijn heengestuurd. Burgemeester
Weede wordt
verzocht opdracht te geven
de soldaten van kost en drank te voorzien.
16
HHM committeren raad van State
Hertevelt om met advies van de schout
te
"Zeventienhoven" de wegen en kaden door te steken
en
de verlaten te openen nabij de
Clophamer,
indien
hij
dit in het landsbelang nodig acht. De schouten van de dorpen
Maarssen,
Maarsseveen en
Maarsbergen alsmede
Tienhoven
zullen
worden aangeschreven elk dertig boeren te voorzien van schoppen en
spaden, om bij het doorsteken van de genoemde dijken te worden
ingezet.
17
HHM horen de mening van de RvS over het voorstel van
Jensma d.d. 13 aug. in de vergadering van HHM ingebracht,
betreffende het lichten van drieduizend man op 10 st. dagelijks
door de
provincies
Friesland
en
Groningen
.
HHM nemen geen besluit, aangezien de provincies voorgeven het volk zelf te willen inzetten.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
18
De
graaf van Culemborg deelt ter vergadering van HHM mee dat de vijand ten zuiden
van
Wijk bij Duurstede
de
Lek wil passeren en dat er ook voor paarden
doorwaadbare plaatsen zijn.
HHM besluiten
Hautein op te dragen uit het volk dat hij bij zich
heeft de graaf honderd musketiers mee te geven voor twee nachten,
in
te zetten op de gevaarlijkste passages tussen
Wijk bij
Duurstede en
Culemborg.
19
Aangezien de vijand bij de verovering van
Amersfoort de gelegenheid heeft gekregen om vanuit de
Eem overlast te bezorgen op de
Zuiderzee,
besluiten HHM aan de
Admiraliteit te
Amsterdam
te schrijven ter voorkoming van ongelukken een of twee
bewapende
sloepen uit te rusten en gereed te houden.
20
Op het schriftelijke verzoek van
Z.Exc. aan HHM d.d. 15 aug. besluiten HHM te schrijven aan de
Admiraliteit te Rotterdam
om
in
allerijl
enkele jachten en schepen naar
Woudrichem te sturen. Vandaaruit
moet de vijand worden gadegeslagen en de vijandelijke acties op de
Maas
of de
Waal worden gestuit.
21
HHM zijn er beducht voor dat de vijand na de verovering van
Amersfoort zal pogen door te breken aan de
Lek, waartoe
gelegenheid wordt gegeven door de grienden gelegen onder het
rechtsgebied van de drost en het gerecht van
Hagestein. Hun zal worden opgedragen zo spoedig
mogelijk maar binnen twee dagen de grienden van begroeiing te
ontdoen,
zodat de vijand daar geen voordeel van heeft.
22
In verband met de moeilijke omstandigheden
en om het land niet te schaden door vertraging machtigen HHM de
Staten van Holland
of de
Gecommitteerde Raden
de aan HHM in 's-
Gravenhage geadresseerde brieven te openen en na lezing door te sturen
naar HHM.
23
Ter vergadering wordt de brief d.d. 29 juli van resident
Aissma aan raadpensionaris
Duyck
besproken. Hij
schrijft onder andere dat er te
Hamburg een
compagnie of vijf afgedankt volk bijeen zou kunnen worden
gebracht.
HHM machtigen de resident aldaar in allerijl vijf compagnieën goedbewapend volk van twee- à driehonderd koppen elk of zoveel als hij meer kan krijgen te lichten en zo spoedig mogellijk over te laten komen.
24
Ontvangen is een brief van vice-admiraal
Quast, geschreven in de Hoofden [Nauw van Calais] d.d. 7
augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.
25
Ontvangen is een brief van
Adriaen Pietersz. Raap d.d. Hoorn 13 aug., met informatie over de zinkschepen.
Er wordt geen resolutie genomen.
26
Ontvangen is een brief van het stadsbestuur van
Amsterdam d.d. Amsterdam 14 aug., met de reden waarom zij geen buskruit
naar
Amersfoort hebben gestuurd.
Er wordt geen resolutie genomen.
27
Ontvangen is een brief van de
Gecommitteerde Raden in het Noorderkwartier
d.d. 's-Gravenhage 15 augustus. Verschillende steden van hun provincie wier burgers achterop zijn hebben bij de
Admiraliteit te Rotterdam
geklaagd dat zij de schulden van de Admiraliteit over de jaren 1623-1625 niet betaald krijgen. Daarvan is een derde al in juni verleden jaar verschenen conform de resolutie van HHM en de gemaakte repartitie.
HHM besluiten alle provincies met uitzondering van
Holland
te verzoeken hun quote in de lopende schulden aan het kantoor van de
ontvanger-generaal te betalen, om de belanghebbenden, groot in aantal en
voor het merendeel armoedige lieden, niet tot wanhoop te
brengen.
28
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. Amsterdam 14 augustus. Zij schrijft dat de provincie
Friesland
de soldij en het kostgeld van de oorlogsschepen onder het bestuur van dit College, niet betalen.
HHM zullen serieus trachten de provincie per brief aan te sporen de genoemde soldij en de kostgelden te betalen.
29
HHM hebben informatie ontvangen dat er geen schepen meer zijn op de kust van
Vlaanderen, zodat de vijand veilig en ongehinderd de havens in en uit
kan varen en ook smokkelaars de gelegenheid hebben hun verboden
handel
te drijven.
HHM zullen de Admiraliteiten schrijven alle mogelijke middelen aan te wenden om de schepen onder hun bestuur gereed te maken en uit te laten varen.
30
De vijand heeft zich op de
Veluwe in drie sterke troepen verdeeld. Gouverneur
Dulleken marcheert met een daarvan
op naar
Hattem, dat makkelijk veroverd zal worden omdat
het
zeer zwak is. De vrees bestaat dat hij daarna op zal trekken naar
Kampen, dat te weinig garnizoen heeft.
Om problemen te voorkomen zullen HHM de provincies
Friesland
en
Groningen
schrijven drie of vier compagnieën Zweden te lichten, boven het aantal waarom Z.Exc. al schriftelijk heeft gevraagd. Deze moeten in allerijl naar Kampen worden gestuurd.
31
De steden aan en nabij de
IJssel en op de
Veluwe hebben herhaaldelijk
aangedrongen van voldoende
garnizoenen te worden voorzien en spreken hun angst uit voor de
vijand.
HHM zullen stadhouder graaf
Ernst Casimir van Nassau alsmede de gedeputeerden te
Arnhem
verzoeken een nauwkeurige lijst op te stellen van in de
IJsselsteden en
in de
Betuwe gelegen garnizoenen, opdat hun beide
klachten kunnen worden verholpen.
32
De moeilijke tijden brengen nieuwe en belangrijke kwesties met zich mee waarin voorzichtig, wijs en soms snel besloten dient te worden. HHM achten de continue aanwezigheid van de gedeputeerden van de provincies hard nodig. Dit is al enige tijd niet het geval door de afwezigheid van de gedeputeerden van
Zeeland en
Friesland voor publieke zaken, die
losstaan van de vergadering van HHM.
HHM zullen deze provincies verzoeken voor korte tijd een groter aantal gedeputeerden hierheen te zenden.
33
HHM zullen ambassadeur
Langerack,
Joachimi en
Oosterwyck in kennis stellen van
de verplaatsing
van
de vergadering van HHM naar
Utrecht met de redenen
daarvoor. Zij moeten bij hun koningen en de republiek aandringen op
steun aan deze staat in zijn huidige nood.
34
Enkele steden van de provincie
Holland dringen aan op betaling van hun burgers die het volk van
kolonel
Morgan hebben
overgebracht.
HHM machtigen de RvS ordonnantie te depêcheren.
35
HHM machtigen de RvS om kapitein
Dorp die heeft gecommandeerd te
Amersfoort
evenals alle anderen die aldaar de krijgsraad hebben geformeerd, te
ondervragen over de overgang van de stad Amersfoort en hen
rekenschap te laten geven van hun handelen. De RvS mag naar
bevind
van zaken tegen hen optreden.
36
Burgemeester
Weede, binnen ontboden, neemt het op zich morgen burgemeester
Buttercooper en commissaris
Croessen van timmerlieden te
voorzien die
ingezet worden bij de vernietiging van de bruggen over de Vecht.
Ook
zal hij de RvS een lijst leveren van de oorlogsmunitie in het
magazijn
te
Utrecht.