Tijdens het werk aan de brieven van Johan de Witt komen we vaak bijzondere zaken tegen. Dat kunnen noemenswaardige personen zijn, vreemde voorvallen, persoonlijke voorvallen, opvallende materiële zaken, enzovoort. Vooruitlopend op de lancering van de database met de correspondentie van Johan de Witt zullen we hiervan via blogpagina's en tweets regelmatig melding maken. Volg ons daarom ook via Facebook: Johan de Witt NL, Instagram en Twitter: @JohandewittNL.
 
Vijf verschillende verschijningsvormen: manifestaties van brieven van Johan de Witt
Van iedere brief van raadpensionaris De Witt kan meer dan één versie bewaard zijn gebleven. In gedrukte edities zoals de Brieven van en aan Johan de Witt, bezorgd door R. Fruin en N. Japikse, en in de vroeg achttiende-eeuwse editie van brieven met De Witts diplomatieke correspondentie uitgegeven door H. Scheurleer is dit echter niet zichtbaar. Een digitale editie biedt wel de mogelijkheid om alle manifestaties van één brief te kunnen raadplegen. Ook bij het project van de Brieven van Johan de Witt besteden wij daar veel aandacht aan. Tijdens de inventarisatie van De Witts brieven registreren we alle documenten die we tegenkomen op briefniveau in een database. Hierdoor komen verschillende versies van één brief min of meer vanzelf boven water.
Een voorbeeldZo schreef De Witt op 21 juli 1659 een zelfde brief zowel aan Pieter Vogelsangh in Kopenhagen als aan Govert van Slingelandt in Zweden.
- 1. De Witt maakte altijd eerst een kladje, een ontwerpbrief, ook wel een minuut genoemd. Zie voor een uitleg over wat 'minuten' precies waren, het blog daarover van Jean-Marc van Tol.
- 2. Van deze brief werd door De Witts klerk Jacob van den Bosch een kopie gemaakt. De kopieboeken met daarin uitgaande brieven die de jaren 1656 t/m 1671 beslaan, zijn, voor zover ons bekend, niet eerder gebruikt bij het historisch onderzoek naar Johan de Witt. Ze bevinden zich dan ook niet in het archief met de brieven van Johan de Witt, maar in het archief van de Staten van Holland, onder de noemer 'Stukken behorend tot andere archieven'. Deze kopieboeken zijn voor ons project een belangrijke aanwinst, aangezien de brieven die erin staan vaak vollediger zijn dan de minuten van De Witt. Daarentegen is het aantal brieven in de kopieboeken lager dan in de minuutbundels, het zijn vooral de formele brieven waarvan de raadpensionaris een afschrift liet maken.
- 3. Dan is er in het archief van Van Slingelandt de Vrij Temminck de eigenhandige brief van De Witt aan Van Slingelandt zelf aangetroffen.
- 4. En in het archief Legaties vonden wij de eigenhandige brief die De Witt aan Vogelsangh richtte.
- 5. Ook is de brief afgedrukt op blz. 56-58 in het zesde deel van de 18e eeuwse editie van Scheurleer. Omdat deze editie ook gedigitaliseerd is en via googlebooks te vinden is, zou je eigenlijk kunnen zeggen dat dit de zesde verschijningsvorm is.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Digitale editieDe gegevens (metadata) over die verschillende verschijningsvormen van een brief worden opgeslagen in onze database. Daarbij voegen wij ook een digitale afbeelding van de brief zelf. Zo kan een gebruiker straks in de online editie in één oogopslag zien welke versies bewaard zijn gebleven en de brieven zelf ook direct bekijken. Door de verschillende manifestaties met elkaar te vergelijken kan er bijvoorbeeld onderzoek worden gedaan naar de ontstaansgeschiedenis van een brief.
 
 
Overigens is deze manier van presenteren bij online brieven-edities van het Huygens ING niet nieuw. Zowel bij de digitale edities van de correspondentie van Willem van Oranje als bij die van Constantijn Huygens is getracht zoveel mogelijk verschijningsvormen van één brief in kaart te brengen.
 
Ten slotte
Onlangs hebben we nog een zevende manifestatie ontdekt, nl. het manuscript dat de 18e-eeuwse editeur Hendrick Scheurleer gebruikte als kopij voor zijn gedrukte editie. Hierover meer in een volgend blog. 
Ineke Huysman, 22 november 2017