De Grand Tour van Johan en Cornelis de Witt door Frankrijk en Engeland 1645-1647
 
Klik op het kaartje om naar Googlemaps te gaan
 
Toelichting
In de zeventiende eeuw was het een goed gebruik dat de zonen van invloedrijke families uit Noord-Europa een Grand Tour ondernamen, een lange en vooral dure educatiereis naar landen als Frankrijk, Italië, Zwitserland en Engeland. Een, twee of zelfs drie jaar lang reisde de jonge elite van de Nederlandse Republiek door het continent. Zo konden zij meer over de wereld leren, zich vreemde talen eigen maken en alvast handige contacten leggen voor later. Aan de universiteit van Orléans of Padua kochten reizigers een bul en ontmoetten zij gerenommeerde geleerden. In Genève en in de protestantse dorpen aan de Loire huurden jongeren docenten in om verfijnde, adellijke vaardigheden aan te leren, zoals paardrijden, stijldansen en schermen. Een Grand Tour was een dure investering. Bij thuiskomst kon een jongvolwassene zich profileren als globetrotter, wereldburger en kunstliefhebber. De kunst, kleding en boeken die hij had aangeschaft, waren daar het bewijs van. Tegelijkertijd werd hij klaargestoomd voor een topcarrière als diplomaat of bestuurder.
Onderweg hielden reizigers journalen en kasboeken bij en stuurden zij brieven naar het thuisfront. Een reisjournaal was niet alleen een souvenir voor later, maar ook een middel waarmee een kleine cirkel van familie en vrienden kon meelezen over een bijzondere buitenlandervaring. Daarnaast diende het journaal als een papieren bewijsstuk waarmee ouders zich lieten informeren over de educatieve voortgang van hun zoon. Het reisverslag werd gelezen als een schoolrapport, waarop stadsobservaties, audiënties met buitenlandse edellieden en bezichtigingen van antiquiteiten werden beoordeeld. Verslaglegging was nodig, want reisgidsen waarschuwden dat er in het buitenland alle gelegenheid was voor jongeren om zich te misdragen. Overgeleverde verhalen over drankgelagen, gewelddadige duels en bezoekjes aan gokhuizen en bordelen laten zien dat daar een kern van waarheid in zat.
Verschillende vooraanstaande Nederlanders gingen op reis. De beroemdste reizigers waren ongetwijfeld de dichters P.C. Hooft en Constantijn Huygens, die respectievelijk in 1598-1601 en 1620 het buitenland verkenden. Tussen oktober 1645 en juli 1647 maakten de broers Johan (1625-1672) en Cornelis de Witt (1623-1672) een educatiereis naar Frankrijk en Engeland. Hun vader, Jacob (1589-1674), was hun vooruitgegaan en had in zijn jeugd ook een rondreis gemaakt. De broers reisden per schip naar Frankrijk en maakten een 'grooten tour' door de Loirestreek, een toeristische trekpleister met protestantse gemeenschappen, populaire academies en een leger aan privé-docenten. In Angers promoveerden beiden in de rechten. Na hun bul te hebben behaald, maakten de broers een ronde door Frankrijk en bezochten onder andere Bordeaux, Montpellier, Marseille, Orange, Lyon en Genève. Nadat zij in 1646 in Parijs hadden overwinterd, staken de broers het Kanaal over en maakten zij uitstapjes naar Londen, Oxford en Bath. Op 27 juli 1647 keerden zij terug in Dordrecht. In totaal gaven zij ongeveer 9.000 gulden uit, vergelijkbaar met 106.000 euro nu.
 
In een aantal kleine zakboekjes hield Johan nauwkeurig zijn bezichtigingen van Franse kerken, paleizen en antiquiteiten bij. Zijn dagnotities zijn feitelijk en bondig, maar geven veel prijs over de dagelijkse praktijk van de educatiereis. Daarnaast beschikken we over een uitgebreid kasboek, waarin Johan de gemaakte kosten zorgvuldig specificeerde. Helemaal bijzonder is dat er een kladversie van het journaal is bewaard. Daaruit blijkt dat de netversie flink is ingedikt, zaken zijn samengevoegd en bepaalde gebeurtenissen, zoals een bezoek aan het Louvre en het Palais du Luxembourg, zijn weggelaten. De stukken worden bewaard op het Nationaal Archief, 3.20.66.01 De Witt Beijerman, inv. nr. 1.
 
Van het reisjournaal is in Google Maps een interactieve visualisatie gemaakt die is voorzien van transcripties van de klad- en netversie met daarbij de gedigitaliseerde foto's. Ook zijn er, waar mogelijk, contemporaine afbeeldingen van de bezochte plaatsen toegevoegd. In de toekomst zullen de transcripties van Johans kasboek en zijn notities over de correspondentie met het thuisfront worden bijgeplaatst.
Alan Moss promovendeerde aan de Radboud Universiteit op Nederlandse Grand Tourverslagen uit de zeventiende eeuw en werkte dit reisverslag uit in samenwerking met Janneke Groen, Ineke Huysman en Jean-Marc van Tol.
In 2024 maakte Omroep Max in samenwerking met ons team een documentaire van zes afleveringen over deze reis.
 
Ook van de gezantschapreis die Johan en Cornelis de Witt naar Zweden maakten in 1644 is een visualisatie in Google Maps gemaakt.