P.C. Hoofts Nederlandsche Historien

 
English | Nederlands

Literatuur

G.Brandt, Het leeven van Pieter Corn. Hooft en de lykreeden. P. Leendertz jr. ed. ’s-Gravenhage 1932.

J.C. Breen, Pieter Corneliszoon Hooft als schrijver der Nederlandsche Historiën. Amsterdam 1894.

P. Burke, The renaissance sense of the past. London 1969.

J.D.M. Cornelissen, Hooft en Tacitus. Bijdrage tot de kennis van de vaderlandsche geschiedenis in de eerste helft der 17de eeuw. Nijmegen, Utrecht, 1938.

H. Duits, ‘Consistentie en continuïteit. Hoofts opvattingen over vrijheid en vrede’. Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 113 (1997), 62-80.

H. Duits, ‘De biograaf aan het werk: enkele historiografische aspecten van Hoofts Henrik de Gróte’, in: J. Jansen (ed.), Zeven maal Hooft. Lezingen ter gelegenheid van de 350ste sterfdag van P.C. Hooft. Amsterdam 1997, 100-121.

K. Fens, ‘De stilte begint vandaag’. De Volkskrant, 26 mei 1997.

Gekast naar de konst. Fragmenten uit P.C. Hoofts Nederlandsche Historiën .F.L. Zwaan, C.W. de Kruyter en S. Groenveld ed. Culemborg 1977.

F. van Gestel, ‘Monumentale vergetelheid. Over de ongenaakbaarheid van Hoofts Histooriën’. Vooys. Tijdschrift voor letteren 17 (1999), afl. 2, 4-16.

P. Geyl, ‘Hooft’s Historiën (1947)’, in: idem, Verzamelde opstellen. III. Utrecht, Antwerpen 1978, 101-109.

L. Gilbert, ‘Hooft as historian and political thinker’. Dutch crossing 49 (1993), 130-145.

S. Groenveld, Hooft als historieschrijver. Twee studies. Weesp 1981.

H. de Groot, Kroniek van de Nederlandse Oorlog. De Opstand 1559 – 1588. Vertaling en nawoord Jan Waszink. Nijmegen 2004.

E.K. Grootes, De hurzel in ’t hooft des graauws. Oproerverbeelding bij P.C. Hooft. Vierde P.C. Hooftlezing. Amsterdam 1995.

E.O.G. Haitsma Mulier, ‘Pieter Corneliszoon Hooft en de geschiedschrijving’. Theoretische geschiedenis 9 (1982), 263-270.

E.O.G. Haitsma Mulier, ‘Grotius, Hooft and the writing of history in the Dutch Republic’, in: A.C. Duke, C.A. Tamse (ed.), Clio’s mirror, historiography in Britain and the Netherlands. Zutphen 1985, 55-72.

P.C. Hooft, Rede over de waardigheid van de poëzie. Reden vande waerdicheit der poesie. J. Jansen ed. Amersfoort 2005. 

P. Leendertz Jr., Bibliographie der werken van P.C. Hooft. ’s-Gravenhage 1931.

A. van Leuvensteijn, boekbespreking van P.C. Hooft, Nederlandse Historiën. Een keuze uit het grote verhaal van der Nederlandse Opstand, samengesteld, hertaald en toegelicht door Frank van Gestel, Eddy Grootes en Jan de Jongste. Amsterdam 2007, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal en Letterkunde 124 (2008), 173-181.

A. van Leuvensteijn, ‘Tekstinterpretatie en het WNT online’, in: Nederlandse Taalkunde 16 (2011-2), 223-231.

M. Nijhoff, P.C.Hooft' s Nederlandse Historiën in het kort. Amsterdam - Brussel 1947.

J.D. Meerwaldt, ‘Hooft en Tacitus’, in: idem, Vormaspecten. ’s-Gravenhage 1958, 89-96.

J.Ph. van Oostrom, ‘Hooft gaet een werk aen. De vormgeving van het exordium van de Nederlandsche Historiën., in: E.K. Grootes, M.A. Schenkeveld-van der Dussen, L.Strengholt en P.E.L. Verkuyl, Uyt liefde geschreven. Studies over Hooft. Groningen 1981, 205-214.

L.Peeters, ‘P.C. Hooft en Tacitus. Nederlandse historie in Romeins gewaad’, in: E.K. Grootes en J. den Haan, Geschiedenis godsdienst letterkunde. Opstellen aangeboden aan dr. S.B.J. Zilverberg ter gelegenheid van zijn afscheid van de Universiteit van Amsterdam. Roden 1989, 114-120.

L. Peeters, ‘Een Latijnse traditie in het zeventiende-eeuwse Nederlands: P.C. Tacitus – P.C. Hooft’, in: idem, Taalopbouw als renaissance-ideaal. Amsterdam 1997, 79-90.

L. Peeters, ‘Zeventiende-eeuwse taalcultuur: P.C. Hoofts proza’, in: idem, Taalopbouw als renaissance-ideaal. Amsterdam 1997, 91-118.

L.J. Rogier, ‘P.C. Hooft als geschiedschrijver’, in: idem, Terugblik en uitzicht. II. Hilversum, Antwerpen 1964-1965, 57-68.

J. Romein, ‘P.C. Hooft als historieschrijver’, in: idem, Tussen vrees en vrijheid. Amsterdam 1950, 187-211.

H.W. van Tricht ed., De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft. 3 dln. Culemborg 1976-1979.

H.W. van Tricht, Het leven van P.C. Hooft. ’s-Gravenhage 1980.

P. Tuynman, ‘De const van rhetorike en Hoofts vroege poëzie’, in: E.K. Grootes, M.A. Schenkeveld-van der Dussen, L.Strengholt en P.E.L. Verkuyl, Uyt liefde geschreven. Studies over Hooft. Groningen 1981, 11-27.

P. Tuynman, ‘Hooft en de filosoof’, in: J. Jansen (ed.), Omnibus idem. Opstellen over P.C. Hooft ter gelegenheid van zijn driehonderdvijfstigste sterfdag. Hilversum 1997, 149-188.

C.A. Zaalberg, ‘Hooft, het epos van onze wordende natie’, in: B.A. van Groningen e.a., De muze der geschiedenis. Wassenaar z.j., 53-74.