16
Eck, gecommitteerde raad ter
Admiraliteit
te
Rotterdam
, verschijnt ter vergadering namens de
provincie
Utrecht. Hij rapporteert HHM
zich met zijn College conform de resolutie van HHM d.d. 30
jan. te hebben vervoegd in Utrecht om aldaar
18.255 pond te ontvangen, als rest van 39.660 pond die de
provincie
schuldig is gebleven over haar consenten te water over de jaren
1622
tot en met 1627, alsmede 13.510 pond die deze provincie
het College schuldig is over haar quote in het tweede
miljoen
waarin is toegestemd ter ondersteuning van de oorlog te water voor
het
jaar 1629. De gedeputeerden van de
Staten van
Utrecht
hebben zich
aangaande deze betaling geëxcuseerd in verband met de zware
intocht
van de vijand in de provincie. Zij voeren het betalingsverzoek
niettemin op onder de agendapunten voor de aanstaande
Landdag en zullen dit verzoek ondersteunen.
Eck
rapporteert verder met collega
Rhemen
naar de gedeputeerden van het
Kwartier
Nijmegen
te zijn gegaan, waar hij heeft verzocht om
betaling
van 19.992 pond 7 st. over het contingent van dit Kwartier in het
genoemde tweede
miljoen. Zij hebben geantwoord de som niet in baar geld
te kunnen
voldoen, maar deze aan de Generaliteit door middel van een
afrekening te zullen verantwoorden, zoals eerder is gebeurd.
Ook heeft Eck zich vervoegd bij de
gedeputeerden van het graafschap
Zutphen
, alwaar hij om betaling heeft verzocht van 3.751 pond 6 st. als rest van
een
groter bedrag van het contingent van het graafschap in het tweede miljoen, alsmede
van hetgene
aan het eerste miljoen nog resteert. Zij hebben zich
geëxcuseerd
van betaling in verband met de verwoesting van het omringende
platteland door eerdere doortochten en inlegeringen, met name die
van
verleden jaar.
Verder heeft Eck zich vervoegd bij de gedeputeerden van het
Kwartier Veluwe
en aldaar aangedrongen op
betaling van 12.872 pond 9 st. als rest van een groter bedrag over
hun
contingent in het tweede miljoen. Zij hebben zich geëxcuseerd van
betaling omdat zij al een gelijke som en meer hebben betaald aan de
schipbruggen die over de
IJssel zijn gelegd,
alsmede
boven
Arnhem en rondom
Wageningen.
Tenslotte heeft Eck zich met zijn collega
begeven
naar
Zwolle en aldaar hoop gekregen op betaling
van 22.959 pond 2 st. 8 d. over de quote van de provincie
Overijssel
in het tweede
miljoen.
HHM besluiten opdracht te geven aan de provincie Utrecht, de provincie Overijssel en het graafschap Zutphen, alsmede aan het Kwartier Nijmegen en de Veluwe om in baar geld te betalen wat zij de Admiraliteit nog schuldig zijn. De consenten te water mogen niet met die te land worden gemengd. Wat zij al betaald hebben mogen zij verrekenen met de staat van suppletie, voorzover de lasten van het verleden jaar de gedane petities te boven zijn gegaan.