Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 5

01/05/1907

woensdag 1 mei 1907

Vanmiddag hebben we weer vergaderd. Gisteren had ik met Van Nispen er nog over gesproken: hij vertelde dat te Nijmegen een prachtige zaal was, ruimte bevattend voor 1900 menschen. Alleen zondagavond was ze niet te krijgen. Ik meende dus dat hij voor Nijmegen bekeerd was. Tenminste over niet-houden sprak hij geen woord.

            Toen we bij elkaar kwamen, vanmiddag, zei hij eenvoudig: ‘’t Is gebleken dat ’t te Breda niet gaat, we zullen dus nu ’t voorstel bespreken om geen Sociale Week te houden!’ Mij werd betoogd dat ik moest bewijzen  dat er wel een Sociale Week moest gehouden worden. Ik meende 1. dat dit onjuist was,’t besluit der Centrale Vergadering was geweest: elk jaar een Sociale Week; wie dus voorstelde om thans, nu alle sprekers al gevraagd waren, erop terug te komen, moest bewijzen dat dit besluit onjuist was. En 2. werd de Sociale Week niet gehouden, dan zou dat op de Katholieke Sociale Actie zeer verderfelijk werken: a. wegens de achterklap: er zou gezegd worden, dat de bisschoppen ’t verboden hadden; b. wegens de ontmoediging bij ’t Centraal Bureau en ook bij mij; c. wegens ’t missen van de bezielende kracht die van een goed geslaagde Sociale Week uitging; d. wegens ’t gekke figuur tegenover de sprekers. Daartegen werd alleen aangevoerd: a. dat ’t te Breda niet kon; b. dat elk jaar een Sociale Week houden niet goed was: ’t bezoek zou geleidelijk verminderen.

Aengenent en Bogaerd – pas te Breda als voorzitter van ’t Diocesaan Comité gekozen – waren ’t met mij eens, de anderen (Van Wijnbergen was afwezig) waren voor niet-houden. ’t Resultaat was dat we dinsdag a.s. nog eens bij elkaar zouden komen, omdat op ’t  laatste oogenblik Regout voorstelde de Sociale Week wel te houden, doch … niet meer dan 200 plaatskaarten beschikbaar stellen: dan kon ’t nog wel te Breda. Mijns inziens een absurd voorstel 1. omdat ’t dan nòg niet te Breda kon: de zalen daar deugen niet ervoor: geen vestiaire, geen tuin en … 7 bij 40 m.!! Wat een pijpenlâ! En niet te bespreken, en 2. wie gaat nu zelf een zaak die boven verwachting geslaagd is kleiner maken? En waarom? Ja – waarom???

            Een klein feit werpt daar wel licht op. In de sluitingsvergadering zal ’t onderwerp gehandeld worden: ‘de Katholieke Sociale Actie op ’t platteland’. Als spreker vroeg ik pastoor Schmeits. Deze bedankte om gezondheidsredenen. Aengenent wilde toen dat ik dat onderwerp nemen zou, omdat ’t practisch van zooveel belang was. Ik was ’t daar mee eens en wilde ook wel graag, doch … ’t was de slotvergadering en dat geeft ovaties! En daar kunnen de geachte heeren vrienden niet tegen! Ik zei dus ’t te willen aannemen, indien Van Nispen ’t me vroeg. Aengenent schreef toen vrijdag voor acht dagen aan Van Nispen om hem te vragen, mij over te halen. Van Nispen  sprak ik dinsdag en woensdag in de Kamer, doch … hij zei niets. Doch … donderdagochtend komen zij gevieren met ’t voorstel: heelemaal geen Sociale Week houden!! En typisch nu dit: tot tweemaal toe kwam vanmorgen Van Wijnbergen mij vertellen dat hij zondag, ik weet niet waar, een rede had gehouden over ‘de Katholieke Sociale Actie op ’t platteland’!

            Ik kan niet zeggen, hoe innig beu ik dat gemier ben. Morgen zal ik Van Nispen vragen eens onder vier oogen de zaak te bespreken en hem dan vierkant vragen: wat steekt er achter? Ik ben benieuwd, wat hij zal antwoorden. Doch op één punt sta ik zeer sterk: hoewel als algemeen secretaris geheel onverplicht, heb ik steeds alle zaken de Katholieke Sociale Actie betreffende met hem en Aengenent overlegd. Waarom heeft hij nu deze zaak eerst achter mijn rug om met de anderen besproken??

uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915)